Vondelschool, J.A.C. Bleeker en de onderwijzer aan die
school E.J. Gottschal voor kortere of langere tijd 'eingesper-
rt'? Legio zijn dan nog de voorbeelden van docenten die
evenmin voor de klas van hun hart een moordkuil maakten
zonder dat hun daarom echter een haar werd gekrenkt.
Verboden boeken
Gezien het grote belang dat de nationaal-socialisten hecht
ten aan de opvoeding, is het wel opmerkelijk dat zij niet
intensiever hebben gestreefd naar denazificering van het
onderwijspersoneel. Zo werd het lidmaatschap van het
zogeheten opvoedingsgilde voor onderwijsgevenden niet
verplicht gesteld.
Ook met betrekking tot de leer- en leesboeken voor school
gebruik constateert men, dat van een grondige nazificering
geen sprake is geweest. Reeds in het najaar van 1940 gingen
er van het departement instructies uit, de bibliotheken te
zuiveren van boeken die de bezettingsautoriteiten niet aan
genaam waren. Honderden werken kwamen op de lijst van
verboden boeken met het verbieden van 'De zoon van Dik
Trom' (uit 1907!) als meest saillante voorbeeld van bene
penheid. In het verhaal slaken oorlogje-spelende kinderen
kreten als 'leve de koningin', 'Weg met de Duitschers' en
'Zoolang ik leef, zal geen Duitscher het fort binnenkomen'.
Zinnen die de nieuwe machthebbers niet konden waarde
ren. Ook de eigenlijke leerboeken werden gecensureerd.
Bladzijden moesten worden verwijderd, passages en zinsne
den met blanco strookjes worden overgeplakt.
Bibliotheek
Het zou nu zonder meer logisch zijn geweest als de gezag-
hebbenden na het verbieden van hun onwelgevallige lec
tuur waren overgegaan tot het verplicht voorschrijven van
hun welgezinder proza. Die stap is echter niet gezet.
Uitgesproken nationaal-socialistische lectuur verscheen niet
op de schoolbanken. Het nietige en vrij onschuldige
geschriftje 'Onze Voorouders' van prof.dr. J. de Vries moest
wel worden opgenomen in de boekenlijst, maar werd ver
volgens door leraren en leerlingen volkomen genegeerd.
Het bleef verder bij een enkele schuchtere poging dergelijke
lectuur in de schoolbibliotheek te introduceren. Het potsier
lijke voorstel van wethouder J. Keuter aan de nonnen van de
Theresia meisjesschool om het geld dat de leerlingen 'ver
diend' hadden met het verzamelen van beukenootjes te
besteden aan de aanschaf van een boekwerk getiteld 'Het
socialisme van de N.S.B.', is hier een illustratie van.
Propaganda
Van het propagandamateriaal dat rijkelijk over het
Nederlandse volk werd uitgestrooid, drong slechts een zeer
gering percentage door tot binnen de schoolmuren.
Tekenend is in dit verband hoe de kringleider van de NSB
N.W. Neumann, een man die in die dagen gewend was
hoog van de toren te blazen, bijna deemoedig verzocht aan
het bestuur van de Theresia- en Adelbertusscholen om enke
le propagandaplaten van zijn beweging in de scholen te
mogen komen ophangen (april 1942). Het bestuur nam
niet eens de moeite de brief te beantwoorden (2).
Al met al kan men niet zeggen dat de nazificering van het
Nederlandse onderwijs veel om het lijf heeft gehad, tenzij
men het pousseren van het vak Duits ten koste van Engels en
Frans in het voortgezet onderwijs als een voorbeeld hiervan
zou willen karakteriseren. Evenmin kan men volhouden, dat
het Nederlandse onderwijs door de bezetter geleidelijk aan
werd 'uitgehold' (3). De invoering van een achtste leerjaar
en het verplicht stellen van het vak lichamelijke oefening op
de lagere scholen wijzen niet in die richting.
Schoolgebouwen
Wat de schoolleiders de meeste hoofdbrekens moet hebben
gekost, was de vraag hoe zij de zaak draaiende konden hou
den, wanneer de militaire autoriteiten hun grijpgrage han
den uitstrekten naar hun schoolgebouwen. Zes jaar lang
werd de gemeente overspoeld met militairen, eerst
Nederlanders, toen Duitsers en tenslotte Canadezen. Sinds
de mobilisatie van september 1939 moest er een onderko
men worden gevonden ten behoeve van vele tienduizenden
soldaten voor wie in bestaande kazernes geen plaats was. En
welke gebouwen waren daarvoor meer geschikt dan school
gebouwen en speciaal dan nog Bloemendaalse schoolgebou
wen, zo fraai en vrij als die gelegen waren, niet benauwd
tussen woonhuizen ingeklemd?
De Hartenlust Mulo was als eerste het kind van de rekening.
In september 1939 werd de school bezet door een eskadron
wielrijders. De leerlingen kregen onderdak bij het
Kennemer Lyceum. Toen op 19 mei 1940 Nederland in de
oorlog betrokken raakte, moest het Kennemer worden ont
ruimd om ingericht te worden als noodziekenhuis.
Aangezien de ontruiming op stel en sprong moest gebeu
ren, werden ook de leerlingen hierbij ingeschakeld hetgeen
het meubilair bepaald niet ten goede kwam (4)Als nood
ziekenhuis heeft het Kennemer overigens nooit dienst
gedaan, zodat diezelfde maand nog de leerlingen het
gebouw weer konden betrekken en de lessen konden wor
den hervat. In oktober 1940 maakten de Duitsers zich mees
ter van de Vondelschool in Aerdenhout en zij lieten hun
prooi pas bij het einde van de oorlog los.
Villa's
38
Ons Bloemendaal, 19e jaargang, nummer 1, voorjaar 1995