bekend. Veel zullen het er niet geweest zijn, want de leer lingen, ook veel meisjes trouwens, bleven vanaf 9 februari massaal weg van school. Weliswaar liet het departement van O.W.& K. spoedig weten dat scholieren van arbeidsinzet in Duitsland waren vrijgesteld. Dit nam niet weg dat het tot maart duurde voor alle 'spijbelaars' zich weer in hun klassen hadden gemeld. Spitten Precies een jaar later, in februari 1944, was het wederom raak. Dit maal ging het niet om werken in Duitsland, maar om het zogeheten 'spitten' dicht bij huis; dat wil zeggen graafwerkzaamheden verrichten voor de Duitse Wehrmacht. Op 4 februari werd rector Kuitert van het Kennemer Lyceum opgebeld door de burgemeester van Bloemendaal, die hem verzocht een opgave te verstrekken van alle in Bloemendaal woonachtige, mannelijke leerlingen boven de achttien jaar. Kuitert weigerde op dit verzoek in te gaan. Ook dit maal liep de zaak met een sisser af. 'Besprekingen met de betreffende autoriteiten leidden ertoe, dat ze reeds de maandag hierop volgend (7 februari) werden vrijge steld.' (9). Toch zag Kuitert zich genoodzaakt in verband met deze affaire om in april voor enige weken onder te dui ken. Toen werd namelijk bekend dat elders in de regio schoolleiders waren gearresteerd, die net als hij geweigerd hadden namen van leerlingen door te geven die voor het 'spitten' in aanmerking kwamen. Het is maar al te bekend dat gedurende de cursus 1944- 1945 de oudere leerlingen van het voortgezet onderwijs niet slechts periodiek maar permanent in gevaar verkeerden opgepakt te worden. Zij voegden zich net als de jongere onderwijzers en leraren bij het legioen der onderduikers. Degenen die in juni 1945 eindexamen moesten doen, kon den zich hierop onmogelijk voorbereiden. Begrijpelijk dat hun toen het diploma cadeau gegeven is. Na de bevrijding kwam het gewone schoolleven langzamer hand weer op gang. Canadezen of Binnenlandse Strijdkrachten hielden aanvankelijk nog de gebouwen bezet. Uiteraard was de schade enorm die deze gebouwen geleden hadden na zoveel jaren dienst te hebben gedaan als kazerne. Maar de Julianaschool hoefde niet langer Willem de Zwijgerschool te heten en de Julianalaan geen Lindenlaan. En niet veel later keerden de Zoon van Dik Trom, de Heks van Haarlem en Jan, Jannetje en hun Jongste Kind triomfan telijk terug op hun plaatsen in de schoolbibliotheek. Het zogeheten Oude P.E.N.-gebouw aan de Korte Kleverlaan bood gedurende enkele jaren onderdak aan de Bornwaterschool. Noten: 1Zie over De Vletter en andere zaken betreffende het Kennemer mijn opstel 'Rumor in Schola'. (2) De brieven van Keuter en Neumann zijn te vinden in het archief van de theresia school. (3) Dr. C.P. Gunning, 'Op de schoolbanken in het P.D.A.' (1946). (4) C. Bierens de Haan in "t Kennemer was toen zo' (1985). (5) S.A. Wilson, 'Vijftig jaar B.S.V. 1902-1952'. (6) Haarlems Dagblad, 30-10-1940; 'Oorlogskroniek Gemeente Bloemendaal', door mej. A.M.G. Nierhoff, blz. 14; het getal zeventig dat in de oorlogskroniek wordt genoemd, lijkt uit de lucht gegrepen; in het verslag van de rechtszit ting staat dat de groep zich wilde uitbreiden tot een man of vijfentwintig. (7) De nummers van 'Alles sal reg kom' bevinden zich in het Rijksinstituut voor oorlogsdocumentatie. (8) Oorlogskroniek Nierhoff, blz. 36. (9) Kuitert in het jaarverslag Kennemer Lyceum 1943-1944. Dr. J. Römelingh Ons Bloemendaal, 19e jaargang, nummer 1, voorjaar 1995 41

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1995 | | pagina 43