toegejuichte bevrijders!
We hadden daar in Overveen, maar vooral een uurtje later
in Bloemendaal, een fantastische middag. Toen de stoet ein
delijk stopte, stonden de legerwagens - althans in mijn her
innering - gedurende enige uren bumper aan bumper van
Overveen tot ver op de Mollaan te wachten op nadere
orders.
Geur
Een inmiddels groot aantal kinderen heeft die middag door
gebracht met het beklimmen van die auto's en het vragen
om 'tsjoklet' en 'stemps'. Groot succes had ons verzoek om
hun naam en adres op te schrijven. Nog bewaar ik enkele
velletjes papier met namen en adressen van Canadezen van
de PPCLI.
De typische geur in die vrachtwagens van benzine, zweet en
canvas ruik ik als het ware nog, nu ik dit opschrijf.
Ondertussen vlogen jeeps en motorrijders heen en weer
door Bloemendaal om onderkomens te regelen en passeerde
ons, zoals ons werd duidelijk gemaakt, de commandant van
de PPCLI, luitenant-kolonel Clarke.
De Canadezen werden tenslotte ondergebracht in Duin en
Daal, de Rijp, de BSV, de Bornwaterschool, de ULO aan de
Vijverweg en in Wildhoef.
Zwarte handel
De volgende dagen waren wij nog regelmatig bij 'onze'
Canadezen op visite. We konden zó bij Wildhoef naar bin
nen lopen, waar we met de soldaten een simpele vorm van
conversatie probeerden te voeren en waar wij - hongerige
Hollandse kinderen - werden verwend met brood en cor-
nedbeef.
Deze openheid duurde echter slechts kort. Op 11 mei - vrij
dag meen ik me te herinneren - werden de verblijfplaatsen
van de Canadezen plotseling 'verboden terrein' voor burgers
en kregen de wachtposten strikte orders geen mensen door
te laten.
Dat was jammer! Later hoorden we dat deze maatregel was
ingevoerd om de zwarte handel in van bevrijders gestolen
of gebietste levensmiddelen tegen te gaan.
De herinnering aan de intocht van de Canadezen in
Bloemendaal werd onlangs voor mij weer heel tastbaar door
een toevallige gebeurtenis. Tussen een aantal dia's, die ik
van mevrouw De Jongh-Theyse ten geschenke kreeg, vond
ik een afbeelding van de wachtende Canadezen op de
Mollaan, waarop een jongetje te zien is, dat zich met z"n
opschrijfboekje in de hand door het portierraam wringt en
vast en zeker aan de bestuurder vraagt: "Your name, plea
se?"...Was ik dat zelf?
H.C. Wieringa
Handtekeningen van enkele
Canadezen, geschreven in een
opschrijfboekje van H.
Wieringa.
'n-*v
Ons Bloemendaal, 19e jaargang, nummer 1, voorjaar 1995
49