Van de eigenaar van de Hoeve werd toestemming verkregen om zonder hiervoor enige kosten of schade te betalen de benodigde hoeveelheid breuksteen uit de groeve te delven en naar de duinen in Overveen te vervoeren.' Kröller Müller Ook bi] de Maulbronner-zandsteen hebben bijzondere omstandigheden een rol gespeeld. Deze zandsteen lag door een speling van het toeval in feite kant en klaar op de Veluwe om te worden gebruikt voor de bouw van de Eerebegraafplaats. Wat was het geval? De stapels reeds gezaagde, bewerkte en genummerde natuurstenen platen en balken in de zandverstuivingen waren al voor de oorlog bedoeld voor de definitieve behuizing van het Rijksmuseum Kröller Müller op de Hoge Veluwe. Voor dit museum had de befaamde architect Henri van de Velde het tot in de details uitgewerkte ontwerp gemaakt. De economische crisis van de jaren dertig heeft de uitvoe ring van het monumentale gebouw verhinderd en de steen was, als eigendom van het Rijk, zonder verdere bestem ming. Holt: 'Het kostte weinig moeite om van het Rijk medewerking te krijgen dit materiaal ter beschikking te stel len voor de bouw van de Eerebegraafplaats. Met behulp van militaire transporten kwam het op de bouwplaats in de dui nen.' Grafstenen Voor de afzonderlijke grafstenen met naamvermelding en teksten werd een Franse zandsteen gebruikt dat later is ver vangen door een harder gesteente. Duinbeplanting is aange bracht tussen de grafstenen in zandstenen omrandingen waarmee de groepen van verzetsstrijders worden aangeduid. De fraaie bronzen urn aan de noordzijde is van de hand van de beeldhouwer Prof. L.O. Wenckebach uit Noordwijk. Deze urn bevat de as van gecremeerde stoffelijke resten uit het crematorium in Westerveld van bekende en onbekende verzetslieden. Op de stenen tegen de lange, hoge zijmuur zijn teksten aan gebracht van R.N. Roland Holst en H.M. van Randwijk. Woning der doden Het eindresultaat beantwoordt zeer zeker aan het oorspron kelijke idee van Holt en Komter uit 1945'De grafhof ligt op de top, wel overheersend, maar niet storend, want het is begrepen als een huis, een Nederlands huis, wel een woning-der-doden, maar een woning... een stille hof van vrede en gedachtenis. De zeewind moge stormen rondom, allerlei gerucht mogen rumoeren beneden langs de Zeeweg, daar boven dringt geen storm en geen rumoer door. De gra ven onzer doden zijn daar veilig aan het hart van Neerlands duinen, in het hart van het Nederlandse volk.' De Eerebegraafplaats heeft een indrukwekkende geschiede nis. De architecten Holt en Komter hebben gelijk gehad met hun streven naar een terughoudend en sober bouwwerk. Het straalt waardigheid en waarachtigheid uit, die wij bij elk bezoek zo indringend kunnen voelen, ieder voor zich, of samen met velen elk jaar op 4 mei. H.P.G. de Boer Bronnen: G.H.M. Holt en A. Komter, Forum 2 (1947) nr. 1, pp. 1-10: Over ontstaan en bouw van de Eerebegraafplaats aan den Zeeweg te Bloemend aal. Diverse documenten uit archief Holt in het Nederlands Architectuur Instituut te Rotterdam. Gesprek Holt - De Boer, 25 november 1982. 52 Ons Bloemendaal, 19e jaargang, nummer 1, voorjaar 1995

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1995 | | pagina 54