t
T
De watertoren te Overveen kort na de voltooiing in 1898. Door de hoge
situering op een duintop kon voor de benodigde waterdruk worden volstaan
met een betrekkelijk geringe bouwhoogte.
De op een cirkelvormig grondplan gebouwde watertoren
bestaat uit een naar boven toe smaller wordende toren
schacht met daarboven een sterk uitkragend hoogreservoir
met ommanteling in metselwerk. Het metselwerk is
hoofdzakelijk uitgevoerd in rode baksteen, voor de decora
tie is naast rode baksteen gebruik gemaakt van natuursteen
en van oranjerode en gele baksteen.
Torenschacht
De cilindervormige torenschacht bestaat uit een constructie
van tien kolommen die aan de buitenzijde herkenbaar zijn
en die tien traveeën vormen. De torenschacht is horizon
taal geleed in twee gedeelten. Het onderste deel heeft een
gebosseerde ruwe, weerbare) natuurstenen plint die in
één travee wordt doorbroken door een getoogde toegang
met trap en dubbele houten deur. Boven de deur bevindt
zich een kalf met daarop in reliëf ANNO 1898, in het
boogveld daarboven een reliëf met het Haarlemse stadswa
pen. De overige negen traveeën van het onderste gedeelte
van de schacht hebben grote getoogde lichtopeningen,
bestaande uit twee smalle en getoogde ijzeren achtruitsra-
men met daarboven een klein rond vijfruits raam dat
bestaat uit vier ruiten rond een cirkelvormige ruit. Het
onderste en het bovenste gedeelte van de schacht worden
van elkaar gescheiden door krachtig geprofileerde lijsten.
Elk van de tien traveeën in het bovenste gedeelte heeft een
De toegangsdeur.
smalle en hoge lichtopening met getoogde bovenzijde.
Deze lichtopeningen hebben elk een getoogd ijzeren acht-
ruitsvenster. De schacht heeft aan de bovenzijde een boog-
fries die alternerend aansluit op de kolommen en de ven
sterassen. Vanuit het boogfries ontstaan twintig gietijzeren
consoles die de cilindervormige ommanteling van het
hoogreservoir dragen.
Hoogreservoir
Het hoogreservoir zelf rust met een ring op de bovenzijde
van de schacht. De ommanteling heeft twintig pilasters
met abstract vormgegeven kapitelen, fries en krachtig
geprofileerde kroonlijst. Boven de kroonlijst wordt het
muurwerk beëindigd met kantelen die op vier punten
door hoger opgemetselde kantelen worden onderbroken.
Midden op het dak bevindt zich een kleine vierhoekige
toren met kanteelachtige bekroning. Deze kleine toren
geeft vanaf de centrale spiltrap toegang tot het dakplateau.
Watertoren in kader wat er wi nco m p I ex
Watertorens dienen om voldoende waterdruk op het water
leidingnet te garanderen. Daartoe bevindt zich boven in de
toren het eerder genoemde hoogreservoir. Het water wordt
eerst ontijzerd en voorgefilterd. Hiertoe diende in Overveen
tot 1968 het ontijzeringsgebouw van J. Schotel, een char
mant neo-renaissancegebouw dat samen met de watertoren
en het machinegebouw het oorspronkelijke architectonische
karakter van het waterwincomplex bepaalde.
8
Ons Bloemendaal, 19e jaargang, nummer 3, najaar 1995