hut moest in de eerste plaats de indruk van een hermitage wekken, maar werd door de dames Wolff en Deken als schrijfhut gebruikt. Vast staat echter dat follies in de eerste plaats een versie rende en esthetische rol hadden. Ze zijn er in elke stijl: Egyptisch, Chinees, Romeins, Grieks, Tartaars, Moors, gotisch, grotesk, rustiek, enz. Ze zijn er ook in elke soort: tempels, kapellen, obelisken, pagoden, 'eyecatchers' (blik vangers), tenten, schijnkastelen, schijnruïnes, triomfbogen, piramiden, paviljoenen, hermitages (kluizenaarshutten of kluizen), torens, grotten, hutten en koepels. Behalve de tuinfolly is er echter nog een ander soort folly, namelijk de zelfbouwfolly. Dit zijn follies van recente aard, die niet door de rijke landheren worden gebouwd, maar door 'gewone' mensen die al hun vrije tijd en ener gie steken in het creëren van een fantasiebouwwerk, meestal in de achtertuin. Betekenis Het is overigens interessant te zien hoe het woord folly zich heeft ontwikkeld. De oorspronkelijke betekenis van het Engelse woord folly is afgeleid van het middelfranse woord folie. Dit had niet alleen de betekenis van 'dwaas heid', maar ook die van 'plezier, genot'. In die hoedanig heid is het woord verbonden met een lusthof of buiten verblijf. Veel huizen in Frankrijk hebben dan ook nog de naam 'La Folie'. 3. Een 'Superbe Jardin Anglais', Le Rouge, in 'Détails des Nouveaux Jardins a la Mode', 1776-1788. Eind 18de en begin 19de eeuw werd een aantal land schappelijk aangelegde tuinen in Parijs folie genoemd, zoals bijvoorbeeld de Folie Bergères. Dit waren een soort voor lopers van onze pretparken, want in deze tuinen stonden allerlei tuingebouwen en draaimolens ter vermaak van het bezoek. De term werd tot aan het begin van deze eeuw ook in sommige delen van Engeland nog voor dit soort parken gebruikt. In dit geval slaat de term folly dus op de hele tuin. Het woord folly als term voor een bouwkundige dwaas heid, komt pas in de 19de eeuw in Engelse woordenboe ken voor. De bouwers in de 18de eeuw - rijke landeigena ren - beschouwden hun bouwsels niet als dwaasheden, maar als werken van goede smaak. Het was de gewone bevolking die het dwaas vond dat er aan zulke bizarre en schijnbaar nutteloze gebouwen in privétuinen grote hoe veelheden geld werd gespendeerd en er de naam folly aan verbond. Gaandeweg is het een geuzennaam geworden en wordt de term ook in Nederland sinds enkele jaren gebruikt als aanduiding voor fantasiebouwwerken. De meeste vallen in ons land onder de noemer tuinomamen- ten' en werden in hun tijd soms 'fabriekjes' genoemd, naar het Franse woord fabriques (letterlijk: maaksels) voor tuingebouwtjes. 6 Ons Bloemendaal, 19e jaargang, nummer 4, winter 1995

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1995 | | pagina 5