Aerdenhout en de tram Opening ENET-lijn in 1899. Misschien is de titel van deze bijdrage wel onjuist en moet deze eigenlijk luiden: de tram en daarna pas Aerdenhout. In feite is de ont sluiting van de 'Andere Hout' door de tram van groot belang geweest voor het ontstaan van dit villadorp. Net zoals veel plaatsen zijn ont staan bij dammen en voorden of trichten, zo zijn ook kernen gegroeid doordat wegen, waterwegen en spoor- of tramwegen werden aangelegd. In 1825 werd besloten vanaf de Tol (bij de Viersprong) een straatweg aan te leggen naar Zandvoort. Tot dan toe was er alleen een zand- en schelpenweg (Schulpweg) die leidde door de Wildernisse of Warande van Brederode, waarbij het woord 'Wildernisse' dan gebruikt werd in de oorspronkelijke betekenis van het woord: als een gebied dat rijk is aan wild. Na de Aerdenhoutse bossages hield de wereld wel zo'n beetje op. Er restte slechts een soort 'woestijn' met tegen de zee aangeplakt het vissersdorp Zandvoort, waar volgens de annalen niets, helemaal niets groeide. 'Dit schijnt de zandzee of nog droeviger woestijn. Géén boom! geen kruid! geen gras! wie zou hier willen wonen? Hier ziet men 't rijk des doods naar 't leven zich vertoonen. 0, Zandvoort, zal ik u benijden of beklagen? Dat in dit barre duin slijt zorgeloos uwe dagen.' (Haarlemse dichter Wellekens, 1810.) De plannen voor de ontsluiting werden gemaakt door een groep grootgrondbezitters waaronder de heren Barnaart (Vogelenzang) de Van Lenneps (Manpad en Groot Bentveld) en Enschedé (Klein Bentveld)Zij wilden van Zandvoort een badplaats maken, maar ook de ontginning van de duinen mogelijk doen zijn. Zo zou men de arme bevolking van Zandvoort aan werk kunnen helpen. Ook Koning Willem I ondersteunde de aanleg met een bedrag van 10.000 gulden. De weg werd in 1828 opengesteld. Goudmijn Op oude stafkaarten van de 19e eeuw is te zien dat het aantal panden in Aerdenhout nog betrekkelijk beperkt was. Natuurlijk was er de herberg De Haringbuys bij het Klaphek en huize Bosch en Landzigt. Ook waren er de grote landgoederen Boekenroode, Mariënbosch en Groot en Klein Bentveld, maar verder was er weinig. Het zal dan ook wel geen toeval zijn dat de architect D.E.L. van den Arend het landgoed Bosch en Landzigt koopt in 1890 en met zijn collega-architect J.A.G. van der Steur op 21 juli 1894 bij de Raad van de gemeente Haarlem een aanvraag 12 Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 1, voorjaar 1997

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1997 | | pagina 12