rend goed op de markt kwam op te kopen. Hij kocht onder meer de gronden van Saxenburg met het tegen woordige Bloemendaalse Bos en de sportvelden aan de Donkerelaan. Door zijn toedoen ontstond er aan het begin van de negentiende eeuw een uitgestrekt gebied in één hand. Voor Nederlandse begrippen was Kops een groot grondbezitter. Zijn nazaten stelden het 'bos van Saxenburg' open voor het publiek zodat het in de loop van de negen tiende eeuw een populair doel voor jonge dagjesmensen uit Haarlem kon worden. Je moest er of een lange wande ling langs de kale Kleverlaan voor over hebben of met de paardenomnibus via de Zijlweg en Overveen naar Bloemendaal rijden. Maar op een mooie zomerse dag was de beloning groot. Midden in het bos stond de koepel van het voormalige Saxenburg, een beetje verdiept, verscholen in het groen, het tegenwoordige pannenkoekenhuisje. Daar kon je bij juffrouw Kalkman pannenkoeken en sla eten. Wat er gedronken werd, wordt nooit vermeld. Het schommelen en ezeltje rijden waren een attractie en pas laat in de avond ging men in het donker per wagen, ver licht met lampions, weer naar huis. Busken Huet Bloemendaal was ook in trek bij kunstenaars. Enkele jaren woonde Conrad Busken Huet, (1826-1886) Waals predikant, maar vooral bekend als schrijver, aan het eind van de Kleverlaan. Later verhuisde hij naar het hogerop gelegen Sorghvliet, op de T-kruising Busken Huetlaan/Bloemendaalseweg. Het wijde uitzicht over de weilanden van de Kleverlaan, met heel in de verte de Grote Kerk, de hoge luchten, maar ook de besneeuwde duinvoet in de winter, gaven Huet intens genot. Huet had een heftig karakter. Eerst stortte hij zich op de moderne richting in de theologie. Maar hij was toch meer literator dan dominee, verloor bovendien zijn geloof en werd zelfs zo fel atheïst dat een tolerantere zwager hem tot de orde moest roepen. Hij nam ontslag als predikant en moest nu voortaan van zijn pen leven. Hij ging schrijven voor de Opregte Haarlemmer Courant. Verder kreeg hij via Potgieter een vaste rubriek Kroniek en Kritiek in de toen toonaangeven de Gids. Maar Huets artikelen waren te kritisch, speciaal die tegen het huis van Oranje. Hij was gedwongen om ontslag te nemen en 'Indië' bleef als enige mogelijkheid over. Het Algemeen Dagblad van Nederlandsch-Indië werd zijn eigen krant en vrij kon hij dit winstgevende medium gebruiken voor zijn kritieken. Financieel onafhankelijk kon hij op zijn vijftigste in 1876 naar Europa terugkeren. Nederland trok hem niet meer aan en tot zijn dood in 1886 zou hij in Parijs wonen. Hier bleef hij kritieken Conrad Busken Huet (1826-1886) op een prent van Joh. Braakensiek; waarschijnlijk is het blaffende keeshondje op de voorgrond een allegorische afbeelding van de verontwaardigde aanhangers van het Huis van Oranje (WP-encyclopedie, 1949). schrijven, hier verscheen ook de cultuurhistorische studie 'Het land van Rembrandt'. Exploitatiemaatschappijen De permanente bewoners van Bloemendaal vormden nog steeds een homogene groep. Het waren de ambachtslieden en het personeel van de nog bestaande buitenplaatsen, bij na allen lid van de Nederlands Hervormde kerk. De bui tenplaatsen werden alleen 's zomers bewoond. Aan het eind van de eeuw kwam daarin verandering: tussen Haarlem en Velsen reed vanaf 1867 de trein en vanaf 1888 was er een 'Halte Kleverlaan'. In 1901 kwam er een verbinding per elektrische tram tussen het Haarlemse sta tion en de Korte Kleverlaan in Bloemendaal. Vanaf 1870 begon zich ook in Nederland industrie te ont wikkelen, waardoor de economische situatie sterk verbe terde. Voorlopig profiteerden daarvan alleen de werkge vers. De opkomende industrie ontwikkelde zich voornamelijk in de steden in het Westen, wat veel mensen vanuit de rest van het land aanlokte. In die steden ontbrak iedere infrastructuur om die massa's fatsoenlijk te huisves ten. De steden werden vies, vol en ongezond en pas met de Woningwet van 1901 zou daarin langzaam verbetering komen. Wie het zich kon permitteren ging dus permanent 'buiten' wonen en forensde per trein of tram naar de stad. Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997 11

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1997 | | pagina 11