van mening, dat zijn zoon naar de openbare school moest om zo met kinderen van alle gezindten en uit alle maat schappelijke lagen te leren omgaan. Zo ging het ook met de ouders van mevrouw Weill en die van Chris De Nooijer, maar bij beiden speelde ook nog een praktische reden een rol: de openbare school was gehuisvest in het mooie nieuwe gebouw van de Bornwaterschool en vlakbij. Zij woonden respectievelijk in het Kinheimpark en op 'het eiland', de buurt tussen de spoorweg en de Delft, via het tunneltje bij het station was Bloemendaal makkelijker te bereiken dan Haarlem-Noord. Bovendien was het open baar onderwijs kosteloos, ook aan de Hartenlustkleuterschool. Met de Montessorikleuterschool aan de Vijverweg was dat waarschijnlijk niet het geval. Zowel de 'Tinholtschool' aan de De Genestetweg, als de 'IJzermanschool' voor lager onderwijs en Mulo aan de Hartenlustlaan hadden een goede naam. Er was geen gods dienstonderwijs, maar als extra wel gymnastiekles met moderne toestellen en een gekwalificeerde vakleerkracht. Later, op de nieuwe Bornwaterschool, was er ook een handenarbeidzolder. Toen het terrein daar nog braak lag, hadden de leerlingen een schooltuintje. Cees moest daarin wel worden opgesloten, want zijn liefde ging toen al veel meer uit naar hockey dan naar schoffelen en spitten. Gemengd huwelijk Mevrouw Wittgreves ouders hadden een zogenaamd 'gemengd' huwelijk gesloten: haar moeder was van huis uit hervormd en haar vader katholiek. Hoewel het gezin wel gelovig was, had men zich bij geen enkele kerk aan gesloten. De keuze van de openbare school lag dus voor de hand. Van hokjesgeest of sociale tegenstellingen op school herinnert mevrouw Wittgreve zich niets. Je ging met 'iedereen' om. Dat herinnert ook mevrouw Weill zich. Wel weet ze dat een van de onderwijzeressen de hele win ter dezelfde rok met vest droeg en de hele zomer dezelfde jurk. Maar het was toen ook in het diepst van de crisistijd en de salarissen waren minimaal. Toch was er kennelijk wel geld bij de ouders voor schoolreisjes: met de bus naar Bakkum en als afsluiting van de schooltijd een driedaags reisje naar Texel. Mevrouw van Daalen werd later mevrouw Wittgreve. Vader Wittgreve dreef vanaf het begin van de eeuw al een winkel voor huishoudelijke artikelen naast het postkantoor. Hier was de verzuiling wel degelijk merkbaar. Hoewel het gezin Wittgreve hervormd was, werd de zoon naar de 'school van IJzerman' gestuurd. Overigens werd er verder over politiek nooit gesproken. Desondanks kochten rooms- katholieken niet bij hem, maar bij Van de Veer ongeveer tien huizen meer naar het zuiden. Liberaal-neutraal In het Bloemendaalse Bos was de BSV ook wel 'de school van Wilson', omdat deze directeur tot 1949 vijftig jaar lang het gezicht van de BSV heeft bepaald. De school recruteerde haar leerlingen voornamelijk van 'de hoogte', de villaparken. Je leerde daar dus niet met 'iedereen' omgaan. Toch werden de leerlingen er niet verwend, vooral Wilson was zeer streng. Het was een school waarin de ouders veel voor het zeggen hadden (en hebben)aan vankelijk geheel ongesubsidieerd. Met zijn kleine klassen en al voor de Eerste Wereldoorlog vooruitstrevende lesme thodes, gymnastiekles door een vakleerkracht en handenar- beidles was dit een school van de liberaal-neutrale zuil. School van Wilson Hieronder de herinnering van Lily Mijnlieff-André de la Porte, leerling uit de jaren dertig. "Van 1931-1939 zat ik op 'de school van Wilson'. Ik bewaar er - en velen met mij - heerlijke herinneringen aan. Na een jaar kleuterklas bij 'Juffrouw van der Zwaan' volgden zeven klassen lagere school op de klassikale afde ling. [Er was namelijk ook een Montessori-afdeling, die uit zes klassen in drie groepen bestond, HWV.J In Wilsons optiek was de zevende klas een essentieel onderdeel van de lagere schoolopleiding. Toelatingsexamen doen vanuit de zesde klas gebeurde wel een enkele keer, maar toejui chen deed hij het niet. In de zevende klas werd met de Daltonmethode, een takensysteem, gewerkt, wat de leer lingen een grote mate van zelfstandigheid bijbracht. Regelmatig stond Wilson zelf voor de zevende klas, zijn onderwijs was zeer goed. Daarnaast had hij ook 'manage menttaken', zoals wij dat tegenwoordig noemen, waarvoor hij door de school liep. Jaarlijks voerde de zevende klas vóór Kerstmis een toneel stuk op, destijds 'De ring van de Hertog' van Cannegieter. Deze uitvoering was het hoogtepunt van het laatste schooljaar. Toen ik onlangs enige leeftijdgenoten nog eens naar hun herinneringen aan de BSV, maar vooral aan de heer Wilson vroeg, waren die niet allemaal even positief. Zo herinnerde men mij eraan dat Wilson 'lievelingetjes' had. Deze voorkeur voor sommige kinderen werd niet gewaar deerd. Sommigen, ook ik, waren bovendien bang voor hem vanwege zijn strengheid, wat als niet erg pedagogisch gezien werd. Toch overheerst bij mij een zeer positief gevoel. Regelmatig wandel ik met mijn hondje in het Bloemendaalse Bos en zie dan in gedachten meneer Wilson 's middags nog door het bos naar zijn huis aan de Sterrenboslaan gaan..." 16 Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1997 | | pagina 16