Tenslotte: voor mij persoonlijk is Wilson mijn leven lang de 'ware' Sinterklaas gebleven. Zeventien jaar na het verla ten van de BSV stond ik met mijn toen anderhalf jaar oude dochtertje op de arm bij de ingang van de school om haar voor te stellen aan de 'enige, echte Sinterklaas' van Bloemendaal. Positiever kan het toch niet? N.B. Voor Cees de Jong was natuurlijk IJzerman de enige en echte Sinterklaas! Heerlijke jeugd De rooms-katholieke Oda Bonarius-Kraetzer had 'een heerlijke jeugd in Bloemendaal'. Zij schrijft: "Terugdenkend aan mijn kinderjaren in Bloemendaal word ik vervuld van een gelukkig, blij en rustig gevoel. Alhoewel ik genoot van de vele verhalen van mijn groot moeder en moeder - beiden ook geboren en getogen Bloemendalers - wist ik dat het leven anders was dan in hun jeugd. Het was zelfs in Bloemendaal drukker gewor den, wat vooral kwam door het steeds toenemend aantal forensen. Hierdoor veranderden ook zeker de maatschap pelijke verhoudingen; maar als kind hield je je daar abso luut niet mee bezig. Je werd meer geconfronteerd met de toch wel sterke ver zuiling. Daardoor speelde mijn leven zich vooral af in de rooms-katholieke sfeer en kwam ik niet of nauwelijks in contact met 'anders-denkenden'. Het oude R.K. kerkje met zijn houten pastorie stond op de hoek Bloemendaalseweg/Zomerzorgerlaan, maar het kerk hof, de scholen en het parochiehuis de 'Campagna' waren een heel eind verder in noordelijke richting. Ik zat op de St. Theresiaschool op de Dennenweg en moest vier keer per dag de hele Kennemerweg lopen, wat vooral 's winters ijskoud was! De school werd geleid door de Zusters van de Goede Herder, in mooie witte habijten met gekleurde kwast. Het onderwijs was zeer goed en de zusters waakten erover, dat er niet al te intensief contact was tussen de meisjes en de jongens van de Adelbertusschool aan de overkant van de straat. Deze jongensschool werd veel later gebouwd dan de school van de zusters. En het verhaal gaat, dat toen de katholieke jongens nog naar Overveen, naar de Aloysiusschool gingen, er altijd (ter hoogte waar nu het gemeentehuis staat) een partijtje gevochten werd met 'de heidenen', de protestantse jongens die juist van Overveen naar Bloemendaal moesten! Sport en ontspanning De padvinderij stond hoog genoteerd en ik genoot volop. Eerst kabouter, gids, pionierster om later heel wat jaartjes (groeps)leidster van de St. Priscagroep te worden. Contact met de neutrale Harlu-(=Hartenlust) of de christelijke Capreragroep was er nauwelijks. En als wij elkaar eens ontmoetten, bijvoorbeeld bij de viering van 'Baden- Powelldag' op 22 februari, als er om zeven uur 's morgens bij het krieken van de dag in de ijzige koude een vlaggen- parade was, leek het wel een gebeurtenis van wereldfor maat. In dit patroon paste ook de winkelstraat. Heel wat winke liers waren katholiek en je deed bij voorkeur daar de boodschappen: de kruideniers waren Zuurbier en Rutte, de groentemair Kaandorp, de potten en pannen bij Van de Veer, de (vrijdagse) vis bij Balm. Voor papier en drukwerk was Hemelsoet hèt aangewezen adres, maar wilde je boe ken kopen, dan moest je naar Haarlem, naar boekhandel Coebergh. Daar moest je trouwens ook naar toe als je oud genoeg was geworden voor de middelbare school om er je schoolboeken te kopen voor het Sancta Maria (meisjes) of het Triniteitslyceum (jongens). Het Kennemer Lyceum of 't Kopje kwamen gewoon niet ter sprake... Je keuze voor sport en ontspanning gaf geen problemen: hockey bij Alliance, zwemmen in 'Stoop' bij NVA (Nil vol- untibus arduum niets is moeilijk voor hen die willen) en dansen bij Martin... [N.B. Martin in de Schagchelstraat was zo populair, dat ook leerlingen van het Kennemer daar heen gingen, HVVV.] Maar o wee! als er een niet- katholiek vriendje of vriendinnetje om de hoek kwam kijken! In de oorlogsjaren vervaagde deze verzuiling gelukkig; dat voelde je ook als kind en ik weet nog goed dat op S mei 194S onze toenmalige pastoor Willenborg samen met de dominee (Van Dijk) op het balkon van de pastorie door de toegestroomde menigte werd toegejuicht. Ik ben heel blij dat deze voorzichtige stapjes op het gebied van de oecumene zijn voortgezet en dat we ook in Bloemendaal de zuilen aardig hebben doorbroken. Ondanks dat ga ik nog graag met mijn gedachten terug naar mijn Bloemendaalse kinderjaren, terwijl ik mij reali seer dat als mijn kinderen dit lezen, ze zullen denken dat hun moeder uit de vorige eeuw komt..." Repatrianten Een groep apart vormden vanaf 1946 de 'repatrianten' uit Nederlands-Indië. In Indië had de verzuiling veel minder een rol gespeeld. De hokjesgeest die zij hier aantroffen moet hen dan ook wel eens benauwd hebben. In het voormalige Nederlands-Indië waren zij allen 'Europeanen' naast en tegenover de 'Inheemsen' geweest. Nu kwamen ze berooid uit de kampen naar Nederland. Halverwege de reis kreeg iedereen in het Egyptische Attaka aan de Rode Zee warme kleren en dekens uitgereikt. 'De Indische men- Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997 17

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1997 | | pagina 17