Het schoolgebouw, in de tijd van ontstaan omschreven als
een 'openlucht-montessorischool voor gezonde kinderen',
kwam tot stand naar ontwerp van de Amsterdamse archi
tect J.H. Groenewegen.
Voor Johan Groenewegen (1901-1958) was dit een van
zijn eerste ontwerpen in de trant van het Nieuwe Bouwen.
Zijn opleiding had hij genoten aan de Haarlemse School
voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en
Kunstambachten. Samen met onder anderen Charles
Karsten en Ben Merkelbach - evenals Groenewegen studen
ten aan de Haarlemse school - richtte hij in 1927 'de 8'
op, een vereniging die zich gaandeweg ontpopte als een
kleine, maar militante groep vernieuwingsgezinde archi
tecten. Later was Groenewegen nog redacteur van het
baanbrekende tijdschrift 'De 8 en Opbouw'.
Overigens verschilt de Montessorischool enorm van twee
andere projecten die Groenewegen in Bloemendaal uit
voerde, namelijk een woonhuis aan de Parkweg (nr. 5a)
uit circa 1923 en een huis aan de Pinellaan (nr. 14) van
omstreeks 1934. Wie deze beide min of meer traditionele
landhuizen aanschouwt kan zich moeilijk voorstellen dat
hier dezelfde architect werkzaam is geweest als aan de
Vijverweg. Hoewel, wie goed kijkt naar het op een ter
reinverhoging gelegen huis aan de Parkweg bijvoorbeeld,
bemerkt Groenewegens interesse in de 'ruimtekunst' van
die dagen. Het vrijwel vierkante grondplan, de bolle rieten
kap en de ongenaakbare, symmetrische westgevel wekken
de indruk dat het huis 'uit één stuk' is gebouwd.
Groenewegen heeft het als het ware samengesteld uit een
handvol goed gekozen geometrische elementen.
De Marei (1921) aan de Lage Duin en Daalseweg. Ontworpen door een socialistische architect
- J.B. van Loghem - en tot stand gekomen dankzij coöperaties van bouwvakarbeiders.
'Een samengaan van
moderne stroomingen'
Groenewegens schoolgebouw mocht zich direct verheugen
in de goedkeuring van tijdgenoten. De kritische architect
J.B. van Loghem nam het op in zijn bekende, veel geci
teerde overzicht van de moderne architectuur 'Bouwen,
Bauen, Batir, Building' uit 1932. Sindsdien behoort de
Bloemendaalse Montessorischool tot de canon van de
Nederlandse moderne architectuur. Het staat op bijna
gelijke hoogte met de beroemde, functionalistische school
gebouwen die door architecten als Jan Duiker, Willem van
Tijen en Jan Wiebenga tussen 1930 en 1935 werden ont
worpen.
Wat was het dat het ontwerp zo bijzonder maakte?
Bouwkundig was de Bloemendaalse school zijn tijd ver
vooruit. Groenewegen paste een betonskelet toe, wit
gesausde muren, stalen raamkozijnen en deuren, een glad
de tegelbekleding bij de entree, een uitgebouwd glazen
trappenhuis en stalen harmonicadeuren tussen het boven
lokaal en het dakterras op het zuiden. Op en top moder
nistisch, derhalve. Minder hemelbestormend was de schui
ne kap, die op last van de gemeente werd aangebracht
terwijl Groenewegen eigenlijk een plat dak had gewild.
Deze ingreep kan model staan voor de belemmeringen die
welstandscommissies destijds opwierpen tegen het Nieuwe
Bouwen, waarin het platte dak juist een van de voornaam
ste geloofsartikelen was.
Groenewegen en zijn opdrachtgever was er veel aan gele
gen een zo geschikt mogelijke omgeving voor de scholie
ren te scheppen. Het gebouw beschikte over twee lesloka
len, allebei op het zuiden.
Een benedenlokaal voor 35
'kleintjes', dat wil zeggen
kinderen van 3-6 jaar, en
een bovenlokaal voor 30
kinderen in de leeftijd 6-9
jaar. Enkele jaren na de
bouw (in 1936) ontwierp
Groenewegen in de achter
tuin een extra lokaal in de
vorm van een cirkelvormi
ge ruimte onder een
flauwhellend tentdak.
Het Montessori-onderwijs
en het Nieuwe Bouwen
hadden veel aan elkaar.
Beide richtingen kwamen
voort uit het verlangen een
modern alternatief te bie
den voor de heersende
24
Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997