Al met al is het PEN-gebouw een fenomenaal industrieel bouwwerk uit de jaren dertig, dat niet alleen voor Bloemendaal, maar voor de hele regio van onschatbare cultuurhistorische betekenis is. Niet in de laatste plaats vanwege de vakkundige, spannende mengeling van tradi tionele en vernieuwende onderdelen. Een Bloemendaals netwerk van relaties De progressieve en gematigd vooruitstrevende architecten die in Bloemendaal vanaf 1920 werkzaam waren behoor den tot een kleine kring van bekenden. Yan Kempen was zoals gezegd bevriend met Groenewegen, die op zijn beurt goed bekend was met Van Loghem. Beide laatstgenoem den zaten in de redactie van het tijdschrift 'De 8 en Opbouw', de spreekbuis van het Nieuwe Bouwen. Hein Salomonson, een Amsterdamse architect die in de jaren zestig een paar bouwopdrachten uitvoerde in Bloemendaal, was weer een goede kennis van Van Loghem. De in Overveen woonachtige architect G.H.M. Holt ging in 1945 een samenwerkingsverband aan met Bernard Bijvoet, die daarvoor onder meer in Parijs werkte. Holt heeft in Overveen verschillende ontwerpen op zijn naam staan. Bijvoet ontwierp onder andere het in het vorige nummer van Ons Bloemendaal besproken landhuis aan de Zwarteweg in Aerdenhout. Gezamenlijk tekenden Holt en Bijvoet vlak na de Tweede Wereldoorlog de Eerebegraafplaats aan de Zeeweg. Bijvoet was op zijn beurt bevriend met de Haarlemse musicus Hendrik Andriessen, de vader van de vorig jaar overleden architect Nico Andriessen, naar wiens ontwerp omstreeks 1956 een bungalow neergezet werd aan de Midden Duin en Daalseweg. Andriessen had een mateloze bewondering voor Bijvoet en liep enige tijd stage op het bureau van Rietveld in Utrecht. Zowel Van Kempen, Groenewegen als Holt hadden hun opleiding genoten aan de Haarlemse School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten, waar overigens ook Van Loghem zeer goede contacten had. Het was, kortom, ons kent ons in de architectuur van die dagen. Voor degenen met gevoel voor historische conti nuïteit is het interessant om te vernemen dat dit netwerk van onderlinge vriendschappen en relaties zich tot in onze tijd voortzet. Cees Dam, geboren in 1942 en wonend in Aerdenhout, werkte enige tijd op het bureau van Holt en Bijvoet en huwde de dochter van Holt; in Bloemendaal en omgeving heeft Dam verschillende woningprojecten op zijn naam staan. Een vroegere bureaumedewerker van Dam, Bert Verwey, begon voor zichzelf, vestigde zijn bureau in Haarlem, en heeft inmiddels diverse woningen in Bloemendaal ontworpen. Bloemendaler George van Delft tenslotte, die eerst dertien jaar lang op het bureau van Holt en Bijvoet werkte voordat hij in 1980 voor zichzelf begon, realiseerde in 1990 aan de Rijperweg een opmerkelijk woonhuis. Ook op deze manier laat zich de architectuurgeschiedenis beschrijven: als een verborgen, zich in de tijd en de ruim te ontvouwend netwerk van onderlinge relaties. "Schik je naar de wensen van je opdrachtgever" Met Hein Salomonson, Nico Andriessen en Cees Dam zijn de drie belangrijkste architecten genoemd die na de Tweede Wereldoorlog de naam van Bloemendaal hoog hielden als het gaat om moderne architectuur. Toch is hun Bloemendaalse werk in de vakwereld en bij het grote publiek betrekkelijk onbekend gebleven. Weinigen zullen bijvoorbeeld weten dat het smalle, nogal gesloten pand aan de Bloemendaalseweg 72, op de hoek van de Zomerzorgerlaan, van de hand van Salomonson is. Omstreeks 1966 werd deze woning, behorende bij de Albert Heijn-supermarkt, gebouwd. Salomonson was een van de architecten die het vooroorlogse Nieuwe Bouwen in de jaren vijftig en zestig verder uitwerkten; ook hij was rond de Tweede Wereldoorlog lid van 'de 8'. Met de sobe re woning aan de Bloemendaalseweg verrichtte hij een bij belvaste studie in zo compact en functioneel mogelijk bouwen. Een vergelijkbaar uitgangspunt is afleesbaar aan de hooggelegen bungalow van Nico Andriessen aan de Midden Duin en Daalseweg (nr. 22a), gebouwd omstreeks 1956. Andriessen stonden evenwel aanzienlijk meer ruimte en financiële middelen ter beschikking om voor zijn opdrachtgever een luxueus woonhuis te maken dan Salomonson. Ruimtelijk interessanter dan deze beide voorbeelden is het tweetal drive-in-woningen dat Cees Dam circa 1971-1972 aan de Pinellaan 9 en 11 in het Duinlustpark ontwierp. Overigens liggen deze beide woningen recht tegenover Groenewegens spitse landhuis uit 1934. Voor fijnproevers komen hier dus twee verschillende tijdvakken uit de archi tectuurgeschiedenis samen. Met name de niveauverschillen in Dams ontwerp - een verdiept liggende entree en gara ge, een hoger woongedeelte aan de achterzijde - brengen in beeld welke evolutie het buitenwonen sinds de jaren dertig heeft doorgemaakt. Een heel ander karakter vertonen de woningen van Bert Verwey en George van Delft, die allebei van een jongere generatie zijn. De laatste is verantwoordelijk voor een van de spaarzame voorbeelden van het post modernisme in de regio. Wie althans een tijdje stilstaat bij de door Van Delft getekende, Palladiaanse villa aan de Rijperweg 18 (circa Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997 29

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1997 | | pagina 29