te noemen. De dorpskern Bloemendaal was nabij en het
villapark Hartenlust was in aanbouw. Over deze eerste
spoorweghalte is weinig bekend. Er is zelfs geen fotografi
sche afbeelding van, zodat men in het duister tast of hier
wel van een echt stationsgebouw sprake is geweest.
Aangezien Bloemendaal zich in deze tijd wenste te ontwik
kelen tot een villagemeente, werd al snel besloten tot de
bouw van een heus stationsgebouw. Des te meer omdat de
Binnenlandsche Exploitatiemaatschappij voor onroerende
goederen hier gronden aankocht om in exploitatie te bren
gen en weer door te verkopen. De bouwgrond zou goed
in de markt liggen. De directe nabijheid van de spoorweg
verbinding zou vele forensen aantrekken.
Naamafbeelding in Jugendstil-motief. In Nederland zijn ongeveer acht
stations met een dergelijke naamafbeelding (foto Henri Spijkerman).
Station Bloemendaal
Omstreeks de eeuwwisseling werd ter hoogte van de
grensscheiding van twee gemeenten in 1900-1901 het sta
tion Bloemendaal gebouwd. Dit station werd een paar
honderd meter verder naar het noorden gebouwd dan de
oorspronkelijke halteplaats Kleverlaan. Tegelijkertijd open
de de Eerste Nederlandsche Electrische Tram-Maatschappij
(E.N.E.T.) over de Kleverlaan - tot 1912 overigens in par
ticulier bezit - een tramverbinding van Haarlem naar
Bloemendaal. Deze lijn bleef tot 1934 in functie. Het sta
tionsgebouw aan de Zuider Stationsweg - met een echt
stationsplein - werd ontworpen door de bekendste spoor
wegarchitect uit die tijd, D.A.N. Margadant. Deze was
gedurende de periode 1879-1909 in vaste dienst van de
Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij (HSM) en ver
antwoordelijk voor de ontwerpen van bijna alle stations in
Zuid-Kennemerland. Zo tekende hij voor de ontwerpen
van de destijds als modern omschreven stations in
Twee spoorwoningen nabij halte Kleverlaan. In die tijd waren de spoorweg-overgangen bewaakt en de huizen
dienden voor de overwegwachters en -wachteressen, die vlakbij moesten wonen (foto Henri Spijkerman).
IJmuiden (1899), Santpoort-Zuid (1899), Bloemendaal
(1900) en Haarlem (1908), zijn bekendste architectoni
sche schepping en onmiskenbaar een hoogtepunt in de
Nederlandse stationsarchitectuur. Ook het station in
Vogelenzang (1881) wordt aan hem toegeschreven. Dit
moet dan één van zijn eerste opdrachten van de HSM zijn
geweest.
Art Nouveau
Rond de eeuwwisseling werd bij de stationsbouw in
Nederland afgestapt van de historiserende stijlen die tot
die tijd als toonaangevend werden beschouwd. In
Bloemendaal paste Margadant het voorbeeld van het
Engelse landhuis als villadorpstation toe. Ook werden in
zijn stationsontwerpen van het begin van deze eeuw ele
menten van de Art Nouveau als decoratieve stijl opgeno
men. Het station Bloemendaal werd zeer opvallend ver
sierd met een fraai
Jugendstil-tableau met de
plaatsnaamaanduiding
'Bloemendaal'.
Al heel snel onderging het
oorspronkelijke gebouw
een ingrijpende verbou
wing. In 1906 werd het
station met de realisatie
van een linkervleugel
driemaal vergroot, later
gevolgd door een goede
renloods met rijwielstalling
aan de perronzijde. Aan de
achterzijde werd een hou
ten aanbouw, een soort
waranda, dat aanvankelijk
werd gebruikt om de sei-
Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997
35