Detail van stichtersraam met het wapen van Geertruyd Willems, echtge
note van Mathijs van Valckenburg. Copie uit 1870.
Oorzaken van verwering
Begin jaren negentig werden bij de meeste ramen verwe-
ringsverschijnselen geconstateerd. Bij enkele ramen bleek
dat de schildering los liet. Hiervoor zijn drie redenen te
vinden. Ten eerste werd bij de ramen in Bloemendaal voor
een groot deel emailleverf gebruikt. Bij verwarming en
afkoeling van het glas blijkt dat er een verschil in uitzet
ting is tussen de emaille-laag en het onderliggende glas.
Het email scheurt of bladdert af. Ten tweede was ook het
vroegere stoken van fossiele brandstoffen en de huidige
uitstoot van industrie- en uitlaatgassen van grote invloed
op de verwering. Stikstofdioxide, zwaveldioxide en ammo
niak komen door neerslag of condensvorm in aanraking
met het glas en vreten hier op in. Dit resulteert in putvor-
ming in het glas waarin zich een gipsachtige substantie
afzet. Ten derde bleek dat in een aantal glazen de 'zure
regen' via haarscheurtjes in het gebrandschilderde glas was
doorgedrongen tot de glasverven en die heeft doen verble
ken.
Restaureren en conserveren
In opdracht van de kerkvoogdij heeft de architect ir. A.W.
van Eyk een restauratieplan gemaakt.
Haarlemraam. Copie 1895 naar P. Holsteijn 1636. Origineel in
stadhuis Haarlem.
In navolging van restauraties elders werd besloten om de
glazen schoon te maken en te herstellen. Niet om ze te
restaureren in de zin van 'weer mooi te maken'. Dat zou
namelijk betekenen dat authentiek materiaal zou worden
vervangen of worden bewerkt. Dit werd ethisch niet ver
antwoord geacht.
Daarnaast werd besloten om de ramen te 'conserveren', dat
wil zeggen ze te beschermen tegen verder verval en de
omgevingscondities te verbeteren.
Museale opstelling
Het gebrandschilderde glas moet voortaan altijd droog
blijven. Dit kan worden gerealiseerd in een zogeheten
'museale opstelling'. Op de plek waar voorheen het
gebrandschilderde glas in het raam zat, wordt nu bescher
mend glas geplaatst. Hiervoor wordt 'getrokken' glas
gebruikt dat de weerkaatsing van buitenlicht vermindert.
Ongeveer vijf centimeter naar binnen wordt dan het
gebrandschilderde glas opgesteld.
De lucht in de tussenspouw gaat ventileren door de ruimte
tussen beschermend en gebrandschilderd glas niet dicht te
maken aan boven- en onderkant. Verder wordt er aan de
buitenzijde een gaaspaneel aangebracht. Dit rasterwerk
Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997 49