't Huis Aalbrechtsberg 1740' (AVE/KA).
baksteen opgetrokken gebouwen, een ridderhuus met sale,
kapel, klokketoren en schuren. Het complex lag langs de
rand van de zandrug op de grens met het veen. In de gra
felijkheidsrekeningen treffen wij in deze periode aanteke
ningen aan betreffende verbouwingen en onderhoud van
het gebouwencomplex (8). De werkzaamheden worden
veelal uitgevoerd door eigen grafelijke ambachtslieden,
geassisteerd door lokale werklieden.
Oorkonden
De Hollandse graven verblijven in de dertiende en veer
tiende eeuw regelmatig op Aelbertsberg. Hun aanwezig
heid kan onder meer worden afgeleid uit de oorkonden
die tijdens hun verblijf op Aelbertsberg worden afgegeven
(9). De eerste oorkonde dateert van 7 juli 1220 en is
afkomstig van graaf Willem I. Ook het belangrijke huwe
lijksverdrag dat Willem I afsluit wanneer hij in 1220 her
trouwt met Maria van Brabant wordt bezegeld op
Aelbertsberg. Rooms-koning Willem II vertoeft kort voor
zijn dood in de strijd tegen de Westfriezen nog op zijn
grafelijk hof evenals later Willem IV, kort voordat deze zal
sneuvelen in zijn strijd tegen de Friezen bij Warns in
1345. Ook graaf Floris V die zich intensief heeft bezigge
houden met de Kennemers en Westfriezen verblijft regel
matig op Aelbertsberg. Hij weet de Kennemers aan zich te
onderwerpen en verleent hen in 1292 vanaf zijn grafelijk
hof te Aelbertsberg het landrecht van Kennemerland.
Met de dood van Jan I, de zoon van Floris V, sterft het
Hollandse huis uit en komt het graafschap in handen van
de Henegouwers. Omdat deze hun machtsbasis meer in
het zuiden hebben liggen verdwijnt Aelbertsberg als grafe
lijk hof meer en meer uit het zicht. Op 9 augustus 1409
komen graaf Willem VI en Antony van Bourgondië nog
overeen dat zij gezamenlijk het herstel van de grafelijke
hoven Aelbertsberg en Vogelenzang zullen bekostigen
(10). In hoeverre dit voornemen ooit is uitgevoerd is
onduidelijk. Het huis raakt in de loop van de vijftiende
eeuw steeds meer in verval.
Het huis te Bloemendaal
In 1502 komt het oude grafelijk hof in handen van
Willem van Blommendale of Bloemendaal (11). De naam
Bloemendaal was reeds eerder, in 1429, opgedoken toen
een zekere Gijsbert van Bloemendaal optrad als getuige
voor de heer van Brederode (12). Dankzij het bezit van
Aelbertsberg door de familie Van Bloemendaal, wordt het
hof steeds meer aangeduid als huis te of van Bloemendaal.
Een naam die later ook voor het dorp en nog later bij het
ontstaan van de gemeente voor deze gemeente zal worden
gebruikt.
Renovatie
In 1555 wordt jonkheer Floris van Jutfaas eigenaar van het
complex dat in dat jaar wordt omschreven als het 'Huijs
van Blommendael met bouhuijs, visscherij (meertje van
Caprera), braembos, bogaert, lant (en) sant' (13). Gezien
de deplorabele staat waarin het gebouwencomplex verkeert
gaat hij er voorlopig nog niet wonen. Een beschrijving uit
1558 geeft aan dat het huis op dat moment dermate ver
vallen is, dat het slechts bewoond wordt door scamele
luijden om gratis willen, doe 't geen wooninghe en is om
bouwerij daer in te doen (14). Getuige de sterk stijgende
taxatiewaarde van het huis heeft Floris van Jutfaas de reno
vatie krachtig ter hand genomen. In 1573 gaat hij het huis
zelf bewonen.
In 1617 komt het huis Bloemendaal in handen van
Nicolaes Suicker, die het vervolgens voor meer dan het
dubbele in 1625 doorverkoopt aan Lucas van Valkenburg.
Beide personen worden door de toenmalige historieschrij
vers geroemd vanwege hun grote inspanningen om het
huis te Bloemendaal in stand te houden en uit te breiden
Het huis Aelbertsberg of Bloemendaal vanuit het zuiden gezien, no. 1 is
de Petronillakapel die na de Hervorming onder meer als schuilkerk voor de
katholieken dienst heeft gedaan (AAK/KA).
52
Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997