Geschiedenis van Bloemendaal 'Aelbertsberg' zo heette Bloemendaal oorspron kelijk. Net als Tetterode (het latere Overveen) en Vogelenzang was het een ambachtsheerlijk heid ten westen van Haarlem. Pas na de Franse tijd en pas echt in 1853 zouden de drie heer lijkheden samen met Aerdenhout de geheel onafhankelijke gemeente gaan vormen die deze nu is en voorlopig wel zal blijven. 'Bloemendaal' werd de naam van het geheel. Ieder van de kernen ontwikkelde een eigen karakter en heeft dit tot de dag van vandaag bewaard. Met zevenmijlslaarzen aan wil ik met u door de geschiede nis van de kern Bloemendaal benen. Noodgedwongen wordt over veel interessants heengestapt. Een meer uitge breid overzicht is te vinden in de boeken van P. Hoekstra uit 1947 en van C.W.D. Vrijland uit het begin van de jaren zeventig. Eveneens van Vrijland en later onder ande ren van Bert Sliggers en Wim Post is een groot aantal deelstudies verschenen. Eigen karakter Op Bloemendaals eigen karakter wil ik de nadruk leggen. Van oorsprong woonden er minder mensen dan in Tetterode of Vogelenzang en het bestuur werd al vroeg vanuit Overveen geregeld. Maar in Bloemendaal gaf het grafelijke hof de toon aan. In de 'buurt', de huidige dorps straat, woonden ambachtslieden. Vanaf het eind van de zestiende eeuw kwamen daar nieuwelingen, protestantse 'asielzoekers' uit Vlaanderen bij. Zij gingen hun stempel op Bloemendaal drukken, waardoor het een protestantse kern werd, dit in tegenstelling tot Overveen en Vogelenzang, waar de rooms-katholieke bevolking in de meerderheid bleef. Sinds ongeveer 1900 werden er spoor- en tramlij nen aangelegd. Forensen konden nu hier permanent hun tenten - beter gezegd villa's - opslaan. Vanuit hun riante behuizingen gingen ze een grote rol spelen. Toen tenslotte in de jaren twintig en dertig de buitenplaatsen en weilan den tussen de Bloemendaalseweg en de spoorlijn waren bebouwd, was Bloemendaal praktisch vol. Na de Tweede Wereldoorlog volgden nog het veel kleinere Veen en Duin en wat opvullende nieuwbouw. Het Duinlustpark en het Provinciaal Ziekenhuis behoren niet echt tot Bloemendaal. Ze lagen tot voor kort in Santpoort-Zuid en ze worden hier dus buiten beschouwing gelaten. Illustraties Geschiedenis is het verhaal van mensen. Zo ook de geschiedenis van Bloemendaal. Daarom moet een aantal miniatuur-biografietjes dit verhaal illustreren. Een heilige, een graaf, een hoge edelvrouw, enkele huislieden, een burger met adellijke allures, een regent, een ambachtsman en een kunstenaar passeren de revue. Er is maar weinig over hen bekend. Met opzet worden ter illustratie zoveel mogelijk afbeeldingen van mensen gegeven. Het spreekt vanzelf dat van de mensen van vele eeuwen her, die in dit verhaal ten tonele gevoerd zijn, geen goed gelijkende por tretten bestaan. Dan moeten we ons dus behelpen met afbeeldingen die aan de fantasie zijn ontsproten. Maar zelfs die bestaan vaak niet. We tonen dan familiewapens, waar mee men zich vroeger immers identificeerde. En als zelfs die niet te vinden waren, kwam de vaardige tekenstift van Joanne Sluijter te hulp. Zij beeldde uit hoe de huislieden rond Aelbertsberg gewerkt hebben. In twee gevallen dienen afbeeldingen van gebouwen ter illustratie van mensen. Van Petronella bestaat wel een afbeelding, name lijk in een reliëf met de H. Petrus, maar dit staat al afge drukt in 'Ons Bloemendaal' nummer 2-1994, pag. 4. Van haar tonen we de Petronellakapel. Ook van Lambertus Kouwens was geen portret te vinden. Maar wat illustreert een timmerman/aannemer beter dan een foto van het huis 'Bloemoord' met koepel aan de Bloemendaalseweg 125, Heilige Adelbertus (Regionaal Archief Alkmaar). Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 2, zomer 1997 5

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1997 | | pagina 5