Niet uitgesproken grafrede Kanker is een ziekte die bij anderen uitbreekt. Links en rechts slaan de bommen in Maar jij blijft ongedeerd. Je kunt je haast niet voorstellen Dat jij het ook kan krijgen Totdat je het hebt. De artsen blijken positief gestemd Maar je moet er wel voor willen vech ten. Bestralen is noodzakelijk Dat moet. En bepaalde medicamenten. Je verliest de smaak in je mond De haren op je hoofd En de kalk in je botten Maar niet de hoop op herstel. Dan komt de operatie. Je kunt het wèl doen Of je kunt het niet doen. Je mag het zelf zeggen. Na een periode van wikken en wegen Stem je ten slotte toe in de ingreep. En werkelijk Je knapt op ledereen zegt het. Vervolgens sterf je Helemaal alleen In een kraakhelder bed Van ieder willekeurig ziekenhuis. In de krant staat Dat je je moedig hebt gedragen. Jij sterft op 24 december 1984 Om ongeveer halfzeven 's avonds Met een te groot gebit En te kleine polsen In je bed In het Marine Hospitaal te Overveen Op tweehonderd meter afstand Van je café Nog juist voor Kerstmis Zoals je had beloofd. Naast je bed Op het nachtkastje De enorme, groene lokomotief Nog juist bijtijds uit Duitsland gearri veerd. Jouw café was het beste. Het was door je ouders nog gesticht; Je moeder zwaaide er al de scepter Toen jij nog onder het biljart door liep. Later werd jijzelf de kastelein. Je ouders stierven En jij werd de baas. Een volwassen man stelt orde op zaken Brengt lijn in zijn leven Maar jij was vergeten volwassen te worden Liet het café achter je aanslingeren Als een kind zijn speelgoed. Maar jij had het beste café. Op 29 december 1984 Komen plusminus driehonderd men sen Naar de Algemene Begraafplaats Aan de Kleverlaan te Haarlem. Het is schraal weer. De vorst zit diep in de grond. Van de ene koelcel naar de andere. Je café is inmiddels overgenomen. Het leven gaat door, weet je wel. Zes containers eenzaamheid Hebben ze uit je kamers gehaald. Had je die palingvellen niet eens kunnen opruimen? Je kat was al twee jaar dood. Alles is nu keurig opgeruimd. Alles staat nu op zijn plaats. Behalve jij. Lodewijk Wiener Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 3, herfst 1997 13

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1997 | | pagina 13