tot 1926 zijn bouwkundige opleiding aan de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten. Daar zag hij ook zijn eerste projecten gerealiseerd: een winkelpand in de Anegang 33-37 (in 1927-1931 gebouwd voor de firma van zijn vader; inmiddels ver bouwd) en een winkel in de Gierstraat 64 (1934). Na de oorlog voerde hij nog meer opdrachten in Haarlem uit, met als hoogtepunt de serene Pastoor van Arskerk aan het Beatrixplein in Parkwijk (1959-1961). Buitenkansje Net als Komter voelde Holt zich aan het begin van zijn loopbaan sterk aangetrokken tot de op vernieuwing gerichte architectuur van het Nieuwe Bouwen. Gelukkig voor hem dat hij al in een vroeg stadium de kans kreeg een project uit te voeren waarin hij kon laten zien waar voor hij stond. En het was nog in Overveen ook: de uit breiding van Stoop's Bad met een openluchtbad. De grote rol die de architecten van het Nieuwe Bouwen toekenden aan lichamelijke ontspanning in de open lucht, sportbeoe fening en hygiëne kon hij op die manier toetsen aan een concrete bouwopdracht. Een buitenkansje, dat tussen 1934 en 1935 gestalte kreeg. Omdat een dergelijk zwembad in Nederland nog niet eer der was vertoond, maakte Holt er studiereizen voor naar Engeland, Frankrijk en Zwitserland, waar men veel verder was met de aanleg van moderne openluchtbaden. Holts plan bevatte onder meer een bassin van Olympische afme tingen (25 bij 50 meter) en een kinderbassin. De bassins en de bijbehorende bouw werken, zoals dienstge- bouwtjes, perrons en terras sen, werden uitgevoerd in beton. Holt bedacht een uit gekiende, gescheiden rou ting voor mannelijke en vrouwelijke zwemmers, vol wassenen en kinderen. De vormgeving van de bouw werken en details als hekjes en balustrades was strak en gestroomlijnd; bijna als scheepsarchitectuur, wat typerend is voor de vormge ving van de Nieuwe Zakelijkheid. Jammergenoeg kunnen we niet meer aanschouwen wat Holt tot stand bracht aan de achterzijde van het op zich zelf al kostelijke zwempaleis van architect Eduard Cuypers, gebouwd in 1920-1921. Stoop's openluchtbad is zoals bekend enkele jaren geleden afgebroken. Het had geen toekomst meer. Op het vrijge komen terrein achter het behouden gebleven hoofdge bouw wordt op dit moment gewerkt aan een woning bouwproject. Voor de tijd van ontstaan was het openluchtbad vooruit strevend. Stoop's Bad had een nieuwtje, waarmee het in de zomermaanden de groeiende concurrentie van het nabijge legen strand aankon. Zwemmen, ofwel pootjebaden, werd immers een steeds belangrijker tijdverdrijf in de jaren twintig en dertig. Met zijn bijdrage aan de populaire zwemcultus en de heersende lichaamscultuur vestigde Holt de aandacht op zich als een jonge, getalenteerde architect die midden in zijn tijd stond en het bouwkundige experi ment niet schuwde. Nadat het hervormingsgezinde tijd schrift 'De 8 en Opbouw', dé spreekbuis van het Nieuwe Bouwen, in 1935 enkele bladzijden aan het openlucht zwembad gewijd had, stond Holt definitief bekend als een architect waarmee rekening moest worden gehouden. De erebegraafplaats in de duinen De naam die hij maakte met dit project zal een belangrijke reden zijn geweest om Holt, naast Komter, uit te kiezen als ontwerper van de erebegraafplaats in de duinen. Tijdens de bezetting onderhield Holt bovendien contacten met het verzet. Wellicht heeft ook zijn lidmaatschap van G.H.M. Holts uitbreiding van Stoop's Bad met een openluchtbad, gerealiseerd in 1934-1935. Holt verschafte Overveen hiermee een nieuwtje en zette er zichzelf mee op de kaart als een vooruitstrevende architect (uit: Ons Bloemendaal, nr. 2 1991, foto G.H.M. Holt). 48 Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 3, herfst 1997

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1997 | | pagina 48