Bejaardenhuis Oldenhove aan de Dompvloedslaan, gebouwd tussen 1965
en 1967 naar ontwerp van Gerard Holt. Een tehuis als een burcht, stem
mig en ingenieus van architectuur en opvallend goed bewaard gebleven
(foto Crefo).
van een groep gefusilleerden, zoals die in het verzet geza
menlijk hadden gestreden en waren gevallen. Er zijn 373
graven in totaal; de enige vrouw in het memorabele gezel
schap is de Haarlemse Hannie Schaft, ook wel bekend als
'het meisje met het rode haar'.
'Een verheven vlakte des doods'
Uit verschillende onderdelen blijkt dat bij de aanleg van de
nood een deugd is gemaakt. De luidklok van de simpele,
houten klokkenstoel bij voorbeeld dateert uit 1647 en is
afkomstig uit het vroegere Bloemendaalse raadhuis in
Overveen. Verder werd de gedenkplaats voor een deel
opgebouwd uit brokken zogenoemde Maulbronner-zand-
steen, die nota bene ooit bedoeld waren voor een groot
Kröller-Müller Rijksmuseum op de Hoge Veluwe. De bouw
van dit museum werd in de crisisjaren afgeblazen, de
Stichting Eerebegraafplaats Bloemendaal nam het bouwma
teriaal van het rijk over.
De paden tussen de graven zijn eveneens verhard met
natuurlijke stenen, namelijk grijsblauwe carboon-zandsteen,
dat een grijze kleur heeft met blauwgroene tot blauwviolet-
te schakeringen. 'Wanneer dan straks de vegetatie een warm
bruin-groen dek op de vakken gevormd zal hebben, opge
sloten door de geprofileerde randen en waarin de zerkjes
gebed liggen, zal van het geheel een groote rust en indruk
van eenheid uit kunnen gaan', aldus Holt en Komter.
Inderdaad kan gesproken worden van een geslaagde
gedenkplaats, die bovendien prachtig in het duinlandschap
opgaat. Blijstra formuleerde het zo: 'Zich onbevangen
invoegend tussen zachte contouren van zand en duindoorn,
van laag struikgewas en helm, van glooiende paden en gele
toorts, spreidt de eregrafhof zich als een verheven vlakte
des doods uit
Beheerderswoning
Naderhand kwam nog de beheerderswoning tot stand, aan
het begin van het slingerende pad naar de hoger gelegen
begraafplaats. Ook dit huis, dat er wel wat uitziet als een
traditionele Franse plattelandswoning, werd gebouwd uit
brokken natuursteen. Aan de zonzijde bevindt zich een
opmerkelijke vleugel met grote glazen puien in mosgroen
geschilderde kozijnen.
Holts bestuurlijke gaven
Het duo Komter/Holt was geen lang leven beschoren.
Kort na de oorlog ging Holt wel een hecht samenwer
kingsverband aan met de architect Bernard Bijvoet.
Bijvoet had al eerder een zakelijke liaison gehad met Jan
Duiker in Nederland en Pierre Chareau in Frankrijk. De
samenwerking met Holt hield in dat beide architecten de
verantwoording namen voor hun eigen opdrachten en
hooguit in voorkomende gevallen getweeën achter het
tekenschot zaten. Het was Bijvoet die het initiatief nam
voor de verbintenis. Deze zeer getalenteerde architect had
namelijk een broertje dood aan de zakelijke en organisato
rische kanten van zijn vak. Ontwerpen wilde hij, en niets
anders. De meer prozaïsche beslommeringen liet hij gaar
ne aan anderen over, in dit geval Holt.
Maar hoe de samenwerking tussen hen precies verliep en
in welke mate beide heren elkaar inspireerden of beïn
vloedden, is niet meer te achterhalen. Langdurig was de
band zeker, want tot aan Bijvoets overlijden - in december
1979 - hield ze stand.
Bejaardenzorg
Holt en Bijvoet waren gevestigd aan de Zijlweg in
Haarlem. Hun belangrijkste gezamenlijke project was een
nieuw muziektheater in Amsterdam, waaraan zij jaren
werkten maar dat zij nooit gebouwd zagen.
Interessant is dat Holt en Bijvoet in de jaren zestig, ieder
voor zich, aan een project werkten, dat met de zorg voor
bejaarden te maken had. Bijvoet ontwierp vanaf 1961 het
verpleeghuis Zuiderhout aan de rand van de
Haarlemmerhout in Haarlem (gebouwd tussen 1967 en
1969). Onderwijl hield Holt zich bezig met het bejaarden
huis Oldenhove aan de Dompvloedslaan in Overveen
(1965-1967). Reeds in 1962 zette hij hiervoor een plan
op papier.
Dat Holt een bestuurlijk onderlegde man was kwam trou
wens in beide gevallen goed uit. Hij zat namelijk zelf in
het bestuur van de stichting Sint Lambertus, die
Oldenhove het bouwen. Om de schijn van belangenverstr
engeling te vermijden, trad hij, voordat hij officieel de
bouwopdracht ontving, uit het bestuur. Eerder al had een
50
Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 3, herfst 1997