De Grote markt in Haarlem in
1929. Voor het eerst aan de
hand van vader en moeder naar
de grote stad.
Herinneringen van een
geboren en getogen
Vogelenzanger
ken om te voorkomen dat
kogels door de ruiten zouden
haar beurt gezellige avon
den organiseerde om de
jeugd van de straat te hou
den. Ook was in dit ver
enigingsgebouw een ruim
te ingericht voor de
plaatselijke schietvereni
ging. Later werd het een
biljartzaal en was het een
aantal jaren een kleuter
school. Op bijgaande
schoolfoto op de voor
grond het biljart en rechts
boven de grote ijzeren lui
ens de schietoefeningen de
vliegen.
Mijn eerste dag als Vogelenzanger begint als ik word inge
schreven in het bevolkingsregister van de gemeente
Bloemendaal als nieuwe inwoner van Vogelenzang,
wonende Graaf Florislaan 17
Vlak naast mijn geboortehuis stond het verenigingsge
bouw, in de volksmond 'De Bond' genoemd. Hier deed
toneelvereniging 'Door vriendschap Bloeiend' reeds toen
zijn opvoeringen, terwijl de St. Jozefgezellenvereniging op
Sigarenwinkel
Omdat heel vroeger de Graaf Florislaan de hoofdstraat van
het dorp was, waren er nogal wat bedrijven gevestigd. In
1917 startten mijn ouders op nummer 17 een onderne
ming waarin mijn moeder een sigarenwinkel dreef en
mijn vader het ambacht van huisschilder uitoefende. In de
winkel werden hoofdzakelijk sigaren, pruimtabak, pijpta
bak en snuif verkocht. Sigaretten bestonden toen nauwe
lijks.
De St. Jozefschool in 1930. Links op de voorgrond mejuffrouw Braun
met haar' kleuters. In Vogelenzang bekende namen: van Duin, van
Tongeren, Ruigrok, Buschman, van Kessel, van der Putten, van de Berg,
Groskamp, Teeuwissen, Warmerdam.
Dokter Van Aalst
In de winkel hing een schoolleitje met griffel waarop mijn
moeder de namen van zieke dorpsgenoten noteerde. Als
huisdokter P. van Aalst uit Bennebroek dan langs kwam,
wist hij direct welke patiënten hij moest bezoeken. Dat
schoolleitje fungeerde zo als schakel tussen dokter en
patiënt; de meeste mensen hadden immers nog geen tele
foon.
Dokter van Aalst was een zeer bekwame huisarts. Hij zei
eens tegen de dochter van een ernstig zieke vrouw: "De
dokter heeft moeder toch maar weer lekker opgeknapt!"
De dochter antwoordde: "Dat heeft U niet gedaan, maar
de Here heeft dat gedaan!" Diep verontwaardigd reageerde
van Aalst: "Als moeder was doodgegaan, dan had de dok
ter het gedaan!"
Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 4, winter 1997
15