\MWMl Woestduin. Nadien wordt het huis door de erven ver huurd, onder meer aan de schrijver Jacob van Lennep, de zoon van prof. dr. David Jacob van Lennep, de eigenaar van het nabijgelegen Huis te Manpad. Jacob van Lennep woonde met zijn gezin 's winters in een pand aan de Keizersgracht in Amsterdam en 's zomers op het landgoed Woestduin. Hij onderhield een intensief sociaal leven en ontving regelmatig gasten als de bekende Heemsteedse predikant en schrijver, Nicolaas Beets, de dichter Van der Linde en Coppens, de pastoor van Vogelenzang. Na ver loop van tijd moest de familie Van Lennep het grote huis Woestduin verruilen voor het veel kleinere huis aan het hek. Nog later moesten zij uit financiële overwegingen Woestduin geheel verlaten en terugvallen op hun woning aan de Keizersgracht. Het huis wisselde vervolgens binnen korte tijd een aantal malen van eigenaar, zo was het huis rond 1850 bijvoor beeld in bezit van de Haarlemse archivaris mr. A.J. Enschedé. In 1901 komt het landgoed in handen van de 'Hotel- en Terreinmaatschappij Woestduin'. De Haarlemse tuinarchitect Springer krijgt de opdracht Woestduin ingrij pend aan te passen en uit te breiden tot een centrum voor de paardensport. Het huis Woestduin wordt verbouwd tot hotel. De renbaan krijgt nationale bekendheid. Niet in het minst vanwege de grote omzetten die er met het wedden werden behaald. Het verbod op het houden van harddra- De achterzijde van het 'nieuwe' buiten Leyduin, in 1957; het buiten was op dat moment in gebruik als internaat voor jonge meisjes. AVK/KA 54-2452 verijen op zondag in 1910 betekent in feite de nekslag voor het succesvolle paardensportcentrum. Het landgoed komt vervolgens in 1919 in handen van P. Dorhout Mees die het grote huis weer permanent gaat bewonen. Toen hij korte tijd later echter ook Leyduin ver wierf en daar opdracht gaf tot tot de bouw van een nieuw buiten, besloot hij Woestduin op te splitsen en in twee delen te verkopen. Het grote huis werd in 1923 verkocht aan de heer J. Dolleman. De rest van het landgoed, inclu sief renbaan, stallen en bos werd verkocht aan H. Smidt van Gelder, die dit op zijn beurt in 1940 doorverkocht aan C.H.Laan. Tijdens en na de oorlog werden de meeste gebouwen en onderdelen van het paardensportcentrum, waaronder de tribune, het café en het paviljoen gesloopt. Het grote huis werd bewoond door de heer Dolleman tot zijn dood in 1940. Het huis wordt vervolgens verhuurd en nog door diverse gezinnen en instanties gebruikt. In 1954 wordt dit stuk van het landgoed verkocht aan de n.v. Cacaofabriek 'De Zaan'. Wegens de bouwvallige staat wordt, met toestemming van de gemeente Bloemendaal, besloten tot sloop van het oude huis. In plaats daarvan 48 Ons Bloemendaal, 21e jaargang, Lustrumnummer 4, winter 1997

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1997 | | pagina 48