ten, om plaats te maken voor IJmuidenaren. Door een
gelukkig toeval kwamen moeder en ik in Baarn terecht en
bleven daar.
Van 1968 tot 1996 woonde ik in Noord-Italië, aan het
Lago Maggiore. Ik ben 68 jaar. Nu ben ik weer terug.
Nu eindig ik deze brief met de allerbeste wensen.
Vriendelijke groeten,
Iete Vissering, Baarn.
Namens de kinderen van het PZ-personeel
Doordat ik in het voorjaar een ernstige operatie moest
ondergaan, heb ik geen bijdrage gestuurd voor het num
mer dat geheel was gewijd aan Bloemendaal.
Maar ik had de gemeente zo graag onder ogen gebracht
(al wordt Duinlustpark maar al te vaak vergeten...!), dat
ook wij geboren Bloemendalers zijn! Zeker niet de slecht-
sten.
Wij, "kinderen van Provinciaal Ziekenhuis-personeel",
hebben sociale verplichtingen aan de patiëntenzorg al met
de paplepel ingenomen.
Want:
- wij mochten nooit iemand belachelijk maken
- wij moesten rondwandelen met herstellende patiënten
- wij moesten vaak huis en haard met hen delen en...
- wij mochten nooit een feest vieren zonder dat iedereen
hierin meedeelde!
Dat wij 25 minuten a een half uur, vier maal per dag,
moesten lopen naar school - met veel pesterijen - was ook
een feit. Toen de Tinholtschool werd opgeheven in 1935
ging ik met nog een paar kinderen naar de "Roosjes-
School". De rest ging naar "de Bornwater", een half uur
eerder uit!
Ik heb wat gerend langs het hek van de Donkerelaan - rits,
rits met een stokje - en langs schemerig Caprera - ik
moest kennelijk vaak nablijven!
Weet u dat ik nog altijd droom van de Duinlustparkweg,
evenals mijn "buurmeisje", 73 jaar inmiddels. De hoek
waar Teddy v.d. Voer steeds voor de Brockway-bus van
daan moest worden gehaald...
Tot mijn 14e jaar heb ik daar een heerlijke jeugd gehad,
toen werd mijn vader gepensioneerd; wij moésten toen
weg. En dat werd de geestelijke ondergang van mijn moe
der.
Een jaar eerder (1940) hadden wij, onder leiding van de
heer Roos nog loopgraven aangelegd in "Het Nonnenbos".
Maar: de heerlijke Kerstfeesten, de Zondagsschool in het
kerkje; mijn vader die oliebollen bakte voor de hele afde
ling en dan thuis opnieuw begon...
Zoals ik al schreef: de patiënten gingen vóór alles.
Wij hadden een heer Maandag, die de wapens voor "de
Blauwe Gang" tekende. Maar heer Bierman maakte zijn
tekeningen voor mij! Als hij met mijn (gediplomeerde)
ouders met mij mee mocht naar een film - Shirley Temple
bijvoorbeeld - dan voelde ik mij zeer bevoorrecht. En dan
kwamen zijn moeder en broer vaak op bezoek. Zij waren
heel dankbaar dat wij hem op die momenten zo veel rust
konden geven. In doodsangst leefden die mensen, dat
voelde ik als kind. Zij hadden gelijk, ze zijn allen als joden
afgevoerd.
In de verlovingstijd van mijn ouders was er een "broe
der"- en "zuster"-laantje, daar mochten zij nooit gelijk
wandelen. Mijn vader woonde in het tegenwoordige
"Meerzicht", mijn moeder in het nieuwe zusterhuis. Ik
kom er nu nog wel eens uit nostalgie, met mijn zuster en
haar vriendin Frouk Banning, die hier hoofd van de huis
houding was.
De heerlijke tuinfeesten in september en niet te vergeten,
de ijsfeesten op het meertje. Eén keer "aan het hek" wil ik
u niet onthouden: mijn vader werkte toen op de "Klasse-
Afdeling Heren". Hij was ook begonnen op de "timmer-
tlrerapie-afdeling" onder dr. v.d. Scheer. Hij maakte eerst
doodskisten, later het meest beeldige speelgoed. Een tuin-
baasje ontmoette ik dagelijks als ik mijn vader kwam halen
met onze foxterrier. Mijn moeder vond dat ze me enige
voorlichting moest gaan geven...: 'Er kunnen wel eens
mannen zijn die hun broek open doen', enz. enz. 'Oh',
zei ik heel laconiek, 'dat doet hij altijd, maar hij woont
toch achter het hek?!...' Waarvan akte.
Wilt u hieraan eens extra aandacht besteden? Wij zijn wel
apart gehouden, maar wij houden van het P.Z. en het
Duinlustpark met hart en ziel.
Namens de kinderen van het personeel van het Provinciaal
Ziekenhuis, gemeente Bloemendaal,
Mevrouw H.T. Houtgraaf-Prins, Aerdenhout
Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 1, voorjaar 1998
17