Joan Maurits
men in '1624 Salvador, de hoofdstad van Brazilië, in bezit.
Dit bleek maar van korte duur; de Portugezen heroverden
de stad al weer snel. De kapersacties van Piet Heyn (1627
en 1628) verschaften echter het geld voor nieuwe pogin
gen, nu gericht op Pernambuco, het noordelijke deel van
Brazilië dat een bloeiende suikerindustrie kende. Vanuit
het in 1630 ingenomen Recief (later als Recife gespeld),
volgden nog meer uitbreidingen. Dit leidde ertoe dat in
1635 het Nederlandse bezit Paraiba, Pernambuco, Rio
Grande en het eiland Itamarica omvatte.
Dit alles verliep echter niet zonder problemen. Het ontbrak
aan bestuurlijke daadkracht en ook raakte de West-
Indische Compagnie diep in de schulden. Om de producti
viteit te verhogen besloot men de leiding in handen te
geven van één persoon.
Joan Maurits van Nassau (1604-1679)
Voor deze gouverneurspost viel het oog op de jonge graaf
Joan Maurits van Nassau. Dit petekind van prins Maurits
had een brede opleiding achter de rug. Stoelend op huma
nistische inzichten had dit onderwijs betrekking op uiteen
lopende gebieden, zoals filosofie, klassieke talen, wiskun
de, theologie, medicijnen, geschiedenis en ook dansen,
muziek en paardrijden. Behalve dat hij op bestuurlijk
gebied goed was geschoold, had hij ook op militair ter
rein, in de veldtochten van de 'stedenbedwinger' Frederik
Hendrik, carrière gemaakt. Bovendien was hij in het vor
stelijk hofleven dat deze laatste voerde, in contact geko
men met tal van wetenschappers en kunstenaars.
Door deze achtergrond leek hij een zeer geschikte kandi
daat. Bovendien was hij er zelf zeer voor gemotiveerd.
Door op grote voet te leven was hij in de schulden geraakt
en de bouw van zijn nieuwe huis in Den Haag (bouw
meester Pieter Post, architect Jacob van Campen) vergde
aanzienlijke bedragen.
Joan Maurits in Brazilië (1637-1644)
Met 2.700 man en slechts 12 schepen arriveerde hij na
een reis van drie maanden op 26 januari 1637 in Recife.
Hier richtte hij zich op gebiedsuitbreiding, maar van gro
ter betekenis waren zijn initiatieven om sociale omstandig
heden te verbeteren en het bestuur te hervormen.
Hij maakte onder meer een einde aan de ontstane losban
digheid van soldaten. Hij stelde overal schout en schepe
nen aan om de orde te handhaven. Hij zorgde voor een
adequate rechtspraak en voerde de Nederlandse wetgeving
in om aan bigamiepraktijken een einde te maken. De
voedselvoorziening werd verbeterd: corruptie werd bestre
den, de verdeling eerlijker geregeld en plantagehouders
werden verplicht op een deel van hun grond maniok te
verbouwen. De verwaarloosde suikerproductie kreeg aan
dacht: men mocht niet langer ossen slachten omdat ze
nodig waren om de suikermolens aan te drijven. Om de
naar het binnenland gevluchte negerslaven te vervangen,
rustte hij in 1637 een expeditie naar Afrika uit.
Ook buiten deze terreinen ondernam Joan Maurits van
allerlei. Een tweetal schilders die hem op zijn eigen kosten
Vrijburg, schilderij van Frans Post
Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 1, voorjaar 1998
23