Een halteplaats op de grens
van twee gemeenten:
Hef station
Heemstede Aerdenhout
Station Heenstede-Aerdenhout in 1927 (Gemeente Heemstede, Foto
archief)
Nadat in 1839 de eerste treinverbinding in Nederland tus
sen Haarlem en Amsterdam was gerealiseerd, zou deze lijn
in 1842 naar Leiden en Den Haag worden doorgetrokken.
Daartoe moest langs het gehele traject de benodigde grond
worden aangekocht. Hierbij bedongen de grondeigenaren
vaak bij de directie van de Hollandsche IJzeren Spoorweg
Maatschappij (voortaan HIJSM) dat ter plaatse een halte
plaats voor de trein diende te komen.
Anders dan bijvoorbeeld in Overveen, alwaar een station
werd aangelegd met een privé-toegang voor de eigenaar
van de buitenplaats Belvédère, mislukte dat in Aerdenhout.
Een afkoopsom verhinderde de pogingen van grondeige
naren in Aerdenhout en Berkenrode om eigen stopplaatsen
te krijgen. Daarop besloot Jhr. H. van Wickevoort
Crommelin, eigenaar van Berkenrode, zich te wreken. Hij
kocht onder andere bij Halfweg en Delft gronden aan, om
vervolgens de ingenieurs die voor de aanleg van het traject
verantwoordelijk waren te dwingen tot 'kromme lijntjes'
die de route over het tracé bemoeilijkten.
Verzoekschrift
De lijn naar Leiden werd zodanig ontworpen dat zij geheel
over grondgebied van Berkenrode en Heemstede zou
lopen. Ter hoogte van de Zandvoortselaan was men slechts
enige honderden meters van de kern van Aerdenhout in
de gemeente Bloemendaal verwijderd. Omdat deze streek
nauwelijks bewoond was, bleef hier een station achterwe
ge. Naast boswachters en duinarbeiders woonden er tot
circa 1880 in Aerdenhout immers slechts enkele welvaren
de tuinders of veehouders die toentertijd ook maar weinig
baat bij een halte zouden hebben gehad. Anders lag het
voor de bevolking aan de andere kant van de spoorbaan.
Ook hier waren grootgrondbezitters die op hun buiten
plaatsen woonden, maar tevens was er het dorp
Heemstede.
Om die reden en vanwege de gunstige ligging bij de
Zandvoortselaan, richtten notabelen uit Heemstede en
Berkenrode samen met die uit Bloemendaal en Zandvoort
in 1846 een verzoekschrift tot de Minister van
Binnenlandse Zaken. Temeer omdat de transportmiddelen
van oudsher, zoals de diligence en de trekschuit, op hun
retour waren, was het belangrijk dat men van de trein
gebruik zou kunnen maken.
Badtoeristen
Omdat de gemeente Zandvoort zich tot een mondaine
badplaats zou ontwikkelen en de HIJSM een spoorwegver
binding naar zee zou aanleggen, diende alvast een halte op
Heemstede's grondgebied te worden aangelegd. Niet
zozeer vanwege de plaatselijke bevolking maar eerder van
wege de badtoeristen die naar Zandvoort wilden, zou de
HIJSM in 1872 besloten hebben tot een halte ter hoogte
26
Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 1, voorjaar 1998