te n.v. Kennemer Electriciteits Maatschappij (KEM). De
ENEM ging op in deze nieuwe naamloze vennootschap die
voortaan de concessie voor stroomlevering in de gemeente
Bloem endaal kreeg. Ook het gebouw aan de Korte
Kleverlaan werd overgedragen aan de KEM. De elektrici
teitsopwekking werd geconcentreerd in IJmuiden, terwijl
de centrale te Bloemendaal uitsluitend als onderstation
dienst deed. De gemeente Haarlem stichtte in 1902 een
eigen centrale.
Nieuwe centrale
In 1913 werd een nieuwe centrale in Ijmuiden geopend.
Door de verleende concessies van de rijksoverheid was het
afzetgebied van de KEM inmiddels uitgebreid tot boven
het Noordzeekanaal. In dat gebied waren ook andere elek
triciteitsbedrijven actief en de KEM sloeg aan het onder
handelen met de verschillende gemeenten om het markt
aandeel te vergroten. Al snel zag de provincie Noord
Holland het algemeen belang van een goed geregelde elek
triciteitsvoorziening. De provincie kocht dus de aandelen
van de KEM op en verwierf zich zodoende volledige zeg
genschap over de KEM en over de elektriciteitsvoorziening
in haar leveringsgebied. Tevens verscheen een elektrici
teitsverordening. Vervolgens werd de KEM op 31 decem
ber 1916 door de provincie geliquideerd en omgezet in
een zuiver provinciaal elektriciteitsbedrijf. Het Provinciaal
Electriciteitsbedrijf Noord Holland (PEN) werd op 1 janu
ari 1917 opgericht met het doel om zonder winstoogmerk
elektriciteit te leveren aan de provincie Noord-Holland,
met uitzondering van de gemeente Amsterdam en de aan
Amsterdam grenzende gebieden. Het grootste gedeelte van
het platteland moest het toen nog stellen zonder elektrici
teit.
Toename activiteiten
Omstreeks 1920 werd nog maar aan ongeveer veertig pro
cent van de daarvoor in Noord-Holland in aanmerking
komende percelen elektriciteit geleverd. Vanaf die tijd
groeiden de aktiviteiten van het PEN explosief. Er werden
regelmatig elektriciteitsbedrijven in de provincie overgeno
men en daarvoor werd weer nieuw personeel aangetrok
ken. Het ruimtegebruik in het gebouw aan de Korte
Kleverlaan werd nijpend. Een tijdelijke oplossing leverde
het Provinciaal Waterleidingbedrijf (PWN) dat in 1929
naar nieuwbouw in het nabijgelegen Kinheimpark in
Bloemendaal ging verhuizen. Het PEN kreeg de beschik
king over de vrijkomende lokalen. De huur van een nabij
gelegen perceel aan de Korte Kleverlaan werd gecontinu
eerd en de directie van het PWN werd verzocht een aantal
werkkamers in het nieuwe PWN-gebouw af te staan. Maar
al spoedig maakte de PEN-directie plannen voor een
nieuw hoofdkantoor. Omdat men zich graag een nieuw
gebouw in de nabijheid van het oude wenste, werd reeds
op de begroting voor 1930 een krediet aangevraagd voor
de nodige grond. Tevens werd een programma van eisen
voor de nieuwbouw opgesteld. Zo moesten er, om het
elektrisch koken te stimuleren, speciale ruimten worden
ingericht voor een instructielokaal, een elektrische keuken
en een toonkamer van elektrische apparaten.
Bouwvergunning
In het Kinheimpark begon de bebouwing zich met snelle
tred in de richting van de Kleverlaan uit te breiden en er
was dus haast geboden om een passend stuk bouwgrond
te bemachtigen. Anders zou men wellicht in handen van
grondspeculanten kunnen vallen, die het feit dat het PEN
sterk aan de plaats gebonden was konden uitbuiten. De
directeur van het PEN, van Oldenborgh, ging dus al in
mei 1932 naar het gemeentebestuur van Bloemendaal ten
einde een bouwvergunning te verkrijgen voor een terrein
naast het nieuwe kantoorgebouw van het PWN. Zo zou
een centrum van nutsbedrijven ontstaan. Het feit dat Van
Oldenborgh directeur was van beide nutsbedrijven moet
ongetwijfeld bij deze keuze de doorslag hebben gegeven.
Van Oldenborgh, die op 24 juni 1875 te Beukoelin in
Engels-Indië was geboren, was in 1919 tot directeur van
het op te richten Provinciaal Waterleidingbedrijf van
Noord-Holland benoemd en werd in 1923 belast met de
mede-directie van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf.
Omdat Van Oldenborgh in 1930 ook directeur van het
PEN werd, bekleedde hij de directeursfunctie bij de beide
nutsbedrijven. Onder zijn bekwame leiding ontwikkelden
het PWN en PEN zich voorspoedig. Hij overleed op 26
april 1940.
Het PEN verkreeg een bouwterrein achter het nieuwe
PWN-hoofdkantoor in het Kinheimpark voor een redelijke
prijs. Het Kinheimpark werd geëxploiteerd door de
Binnenlandsche Exploitatie Maatschappij van Onroerende
Goederen. Deze 'Binnenlandsche' exploiteerde de gronden
van de voormalige buitenplaats 'Sparrenheuvel', dat sedert
1885 de vaste verblijfplaats was geweest van de familie
Bispinck. In 1923 had deze familie de gronden vanaf de
Bloemendaalseweg tot aan de spoorlijn Haarlem-
Bloemendaal als bouwgrond aan De Binnenlandsche ver
kocht. Het allereerste bouwwerk werd het directiegebouw
van De Binnenlandsche aan de Iepenlaan direct achter de
spoorbaan. Bij de entree aan de kant van de Kleverlaan
plaatste De Binnenlandsche twee toegangszuilen van de
Haarlemse beeldhouwer H.A. van den Eijnde (1896-
1924). De totale oppervlakte van het Kinheimpark was
Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 2, zomer 1998
13