J. van Oldenborgh, direkteur van het PEN.
maanden werd geschat. Bij de aanvang van de bouw was
men er van uitgegaan dat het gebouw op 1 september
1934 glas- en waterdicht moest zijn. Toen de eerste ople
vering dan ook bij lange na niet op tijd werd gerealiseerd
wenste de PEN-directie niet alleen een boetebepaling aan
de aannemer op te leggen, maar tevens maatregelen tegen
hem te nemen. De architect meende dat met een geldstraf
moest worden volstaan. Daarop nam het PEN een juridisch
adviseur in de arm, die escalatie van het conflict wilde
voorkomen. Dat gevaar dreigde, toen de aannemer met
verwijdering van het werk werd bedreigd. Een dergelijke
ingreep zou de bouw in de laatste fase ernstig vertragen.
De aannemer werd op zijn beurt door zijn onderaanne
mers belaagd, die een deurwaarder inschakelden om een
spoedige voltooiing af te dwingen. De zaak liep met een
sisser af, omdat de eisende partij - een stucadoor - eieren
voor zijn geld koos. Toen in de zomer van 1935 meer
bouwvakkers in dienst werden genomen, schoten de
werkzaamheden een stuk beter op. Ondanks ruzie en ver
traging bleven de kosten binnen de perken en werd het
beschikbare budget niet al te zeer overschreden.
Opening
Op zaterdag 28 september 1935 werd een persconferentie
in het gebouw gehouden. Tijdens de rondleiding door
architect Zwiers begon directeur Van Oldenborgh zich
bezorgd te maken dat het nieuwe en luxe meubilair in
deze crisistijd aanleiding tot kritiek bij de pers zou geven.
Tijdens de aansluitende officiële openingsplechtigheid op
zaterdag 5 oktober 1935, hield Van Oldenborgh een ope
ningsrede, die werd afgedrukt in 'Alles Electrisch', een
vaktijdschrift van het PEN. De openingshandeling werd
verricht door de Commissaris van de Koningin, Jhr.mr.dr.
A. Roëll. Onder de genodigden bevonden zich leden van
de Provinciale Staten, een lid van de Tweede Kamer, talrij
ke burgemeesters en wethouders van diverse gemeenten in
Noord-Holland, waaronder de burgemeester van
Heemstede en wethouders van Haarlem en Bloemendaal.
Het personeel gaf van haar tevredenheid blijk door een
paar duizend bloembollen voor de tuin van het PEN-
gebouw te schenken. Ook de buren in het Kinheimpark
werden uitgenodigd voor een bezichtiging. De eerste
maanden na de opening werd het PEN-gebouw 's avonds
verlicht, waardoor het nog meer tot de verbeelding van de
Bloemendaalse bevolking sprak.
Arch itectu u r
In deze tijd van economische crisis bleven de overheids-
en de coöperatieve bedrijven zich ontwikkelen, terwijl de
particuliere ondernemingen bleven steken. De groei van de
beide nutsbedrijven PWN en PEN was in belangrijke mate
te danken aan het positieve beleid van directeur Van
Oldenborgh. De nieuwe kantoorgebouwen PWN en PEN
waren geen crisisgebouwen doch eerder 'forsche utiliteits
paleizen, van binnen en van buiten', aldus de Gooi- en
Eemlander van 2 oktober 1935.
Wie het grote gebouwencomplex van de provincie Noord-
Holland in het Kinheimpark in Bloemendaal zag, moest
wel onder de indruk komen van dit 'machtige gemeen-
schapsbezit', volgens Het Volk van 2 oktober 1935. Dit
belangrijke landelijke dagblad meende dat het nieuwe
PEN-gebouw de eerste halve eeuw wel zou voldoen. De
geschiedenis heeft geleerd dat hier nog ruim een decenni
um aan toegevoegd kan worden.
Utiliteit
De bedoeling van architect Zwiers was een kantoorgebouw
te ontwerpen, dat duidelijk de utiliteitsgedachten naar
voren bracht. Alle onnodige luxe werd vermeden en het
geheel was uitsluitend ingericht op de utiliteit (nut/bruik
baarheid). 'Eenvoudig en practisch', zo luidde zijn parool.
Eigenlijk zou de luxe juist door de soberheid tot uitdruk
king moeten komen. Het nieuwe kantoorgebouw moest
een voorbeeld van eenvoud, logica, soberheid en doelma
tigheid worden.
Zwiers creëerde een monumentaal gebouw voor het PEN.
16
Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 2, zomer 1998