De hoofdverdieping was voor de publieksruimten
bestemd. De bezoekers kwamen via een vestibuletrap in
het gebouw. Voor de elektrisch gesloten draaideur - 'tour
niquetdeur' - die toegang tot de hal verschafte moesten zij
zich bij de portier melden, die aan de rechterzijde in een
loge zat. Aan de linkerzijde van de deur zaten de telefonis
ten. Deze monumentale ingang was slechts voor het
publiek bestemd en het personeel ging via een ingang aan
het souterrain - alwaar een fietsenkelder was - naar boven.
Alle ingangen kwamen zeer overzichtelijk op één punt, de
hoofdvestibule, bijeen. De portier kon zo vanuit zijn loge
een optimaal toezicht houden op iedereen die het gebouw
betrad of verliet. De telefonistenloge was een geheel sym
metrische pendant van de portiersloge, met als handige
bijkomstigheid dat de portier na kantoortijd belast kon
worden met de telefoondienst. De ruime, lichte en hoge
hal met een imposant trappenhuis vormde het kloppende
hart van het gebouw en daarvandaan splitsten zich de
gangen naar de drie vleugels af. In de hoeken van de lin
ker- en rechtervleugel bevonden zich nog eens aparte trap
penhuizen. Vanuit de centrale hal liep men rechtdoor via
een gang naar de middenvleugel, waar helemaal achterin
grote kantoorlokalen waren gelegen. Deze gang verschafte
bezoekers makkelijk toegang tot verschillende onderafde
lingen belast met publieksfuncties, loketten, een spreekka
mer en de kasafdeling. Langs de muren waren reclamevi
trines opgesteld. Ook in de rechtergang waren afdelingen
met publiekstaken, zoals het districtskantoor Bloemendaal
en de propaganda-afdeling, waartoe ook de leskeuken voor
elektrisch koken behoorde. In deze gang was een als gla
zen vitrine uitgebouwde en voor iedere bezoeker zichtbare
modelkeuken die de propaganda-activiteiten van het PEN
liet zien. Vanuit de gehele provincie kwamen huisvrouwen
met bussen naar de voorlichtingsdagen die in het PEN-
gebouw in Bloemendaal werden georganiseerd. In een
grote voordracht- en filmzaal werden theorielessen gege
ven. Een aantal PEN-medewerkers vertoonden de voorde
len van het koken met elektriciteit, maar ook andere
moderne technieken in de keuken, zoals het gebruik van
koelkasten die net als kooktoestellen zelfs door het PEN
werden verhuurd. Het PEN verkocht de kooktoestellen ook
en verstrekte subsidies voor de aanlegkosten. In de propa
ganda van het PEN speelde voorts het elektrische strijkijzer
een belangrijke rol. In het souterrain van het nieuwe
gebouw had men een reparatieplaats ingericht.
Technische vleugel
Alleen de linkervleugel van het PEN-hoofdkantoor was niet
toegankelijk voor het publiek. Dit was de technische vleu
gel en hier hadden de ingenieurs hun werkkamer. Behalve
alle vertrekken links van de hal omvatte de linkervleugel
ook de gehele noordzijde van het gebouw, wat de ideale
omstandigheden bood voor een ijkzaal. Alle grote kantoor
lokalen lagen op het zuiden en het oosten. Zo lag de
administratie (laagspanningsafdeling, meterboekhouding,
stroomverkoop) aan de oostzijde van het gebouw. Een
aantal directiekamers en werkkamers van ingenieurs waren
aan de voorzijde van het gebouw - de westzijde - gelegen.
De hoofdtrap voerde naar de eerste verdieping, die
bestemd was voor de staf van de directie. Tegenover het
trappenhuis, recht boven de hoofdingang, was een fraaie
vergaderzaal van de Raad van Toezicht, die soms voor
conferenties werd benut. Omdat de fraai betimmerde
kamers van de directie en de hoofdambtenaren daar vlak
naast lagen, diende de vergaderzaal ook voor 'gewone'
vergaderingen van de directie en hoofdambtenaren. Dit
was het belangrijkste en meest representatieve gedeelte van
het gebouw. Voorts trof men op deze verdieping kamers
aan van de administratie. De afdeling correspondentie
zetelde in de linkervleugel en de boekhouding, alsmede de
inkoop- en magazijnadministratie waren in de midden
vleugel gehuisvest.
Boven deze verdieping waren op de zolder - de tweede
verdieping - grote tekenzalen gelegen, één voor elektro
techniek en één voor bouwkundige werkzaamheden. Over
de volle breedte waren hier ramen op het oosten, zodat de
tekenzalen heerlijk lichte ruimtes waren. De westzijde van
deze ruimten, die achter de hoger opgetrokken bekapping
van de voorgevel lagen, ontbeerde die lichtinval. Dit was
het rustigste gedeelte van het gebouw en voor tekenzalen
qua zonligging ook de beste situering. Tussen de tekenza
len lagen de beide chefkamers, glazen hokken van waaruit
de chefs toezicht konden houden. Vlakbij, ook centraal,
was ook een lichtdrukkamer opgenomen. Aan de vleugel
einden - de beide hoekpunten - waren ruime tekeningen-
kluizen aangebracht. De zolderruimte boven de linker- en
rechtervleugel - de noord- en zuidgevel - werd voor uit
breidingsdoeleinden bestemd. Om die reden waren deze
zolders met houten kapconstructies gedekt in plaats van
met een betonkapconstructie, zoals bij de voorgevel. Ook
het achtergebouw en de middenvleugel, dat van een plat
dak was voorzien, konden in de toekomst worden uitge
breid.
Voorname soberheid
De voorname soberheid was ook in het interieur verwerkt.
'Het bijzondere van het PEN-gebouw zat verborgen in de
grote eenvoud, zowel wat inrichting als afwerking betrof',
aldus Het Volk van 2 oktober 1935. De vloerbedekkingen
bestonden grotendeels uit linoleum, en alleen de voor
18
Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 2, zomer 1998