menigmaal verbazing op. 'Het moeilijke probleem dat een
portier overal tegelijk moet zijn, terwijl hij maar twee
oogen en evenveel handen en voeten heeft, is er bijvoor
beeld voor een groot gedeelte tot oplossing gebracht',
aldus De Telegraaf van 3 oktober 1935 over het PEN-
gebouw.
Nachtronde
Een 'ander wonder', aldus de pers, was een automatische
controle van de nachtronde - een zogenoemd wakercon
trolesysteem -, waarbij de portier tijdens zijn nachtronde
op bepaalde plaatsen een kloksignaal moest geven, dat
automatisch geregistreerd werd. Indien meer dan de vast
gestelde tijd verstreek tussen het passeren van twee opeen
volgende zogenoemde 'wakkerklokjes' trad een alarmsig
naal in werking, zodat men onmiddellijk wist waar de
portier zich bevond.
Het gehele gebouw was voorzien van centrale verwar
ming. Deze werd gevoed door een oliestookinrichting met
vijf ketels die in het souterrain stonden opgesteld. Tot de
nieuwste technische uitvindingen behoorden ook de pla
fond- en Bandverwarming die in het gebouw werd toege
past. Het ging om een experiment met een tot dusverre
onbekende elektrische verwarmingsmethode, die men uit
Engeland had overgenomen. In een drietal directie-vertrek
ken waren tegen het plafond eletrische warmte-elementen
bevestigd, die een gelijkmatige warmtestraling naar bene
den gaven. Daarnaast werd in één vertrek ook een proef
genomen met wandverwarming door middel van weer
standsdraden in dikke eternietpanelen.
Verlichting
Ook had men bijzondere
toepassingen in de verlich
ting verwerkt. Vanuit de
portiersloge kon men de
verlichting in de hal en de
diverse gangen inschakelen.
Een speciale nachtverlich-
ting zorgde voor voldoen
de licht tijdens de avond
en nachtronde van de por
tier door het gebouw. Bij
alarm waren op diverse
plaatsen knoppen in het
gebouw geplaatst om de
gangen in en het terrein
om het gebouw in het volle licht te zetten. Kortom het
PEN-gebouw was vol technische snufjes die tegenwoordig
zo vanzelfsprekend zijn dat zij alszodanig absoluut niet
meer zouden opvallen. De PEN-directie zag deze techni
sche hulpmiddelen niet zozeer als luxe, maar als efficiënte
voorzieningen. In het gebouw ontbraken een kunstmatige
ventilatie, zomerluchtkoeling, maar ook buizenpost en een
centrale warmwatervoorziening. Deze werden als luxe
installaties overbodig geacht.
Eerste uitbreiding
Reeds bij de opening sprak directeur Van Oldenborgh over
het feit dat er bij de bouw in allerlei opzichten rekening
was gehouden met een toekomstige groei. De huidige
trend dat nieuwbouw bij oplevering reeds te krap bemeten
is ging voor het PEN-gebouw niet op. Aanvankelijk leek
het gebouw misschien te groot, maar reeds in het tweede
oorlogsjaar (1941) ontstond er een tekort aan kantoor
ruimte. Architect Zwiers kreeg dan ook van de PEN-direc-
tie opdracht om de mogelijkheden van maximale uitbrei
ding te onderzoeken en een commissie werd in het leven
geroepen, die verschillende oplossingen aandroeg. Zo zou
den de noord- en zuidgevel, en eventueel ook de midden
vleugel door het wegbreken van de houten kappen een
verdieping hoger kunnen worden opgetrokken; deze vleu
gels zou men ook kunnen verdubbelen. De architect had
deze vleugels zo geconstrueerd dat ze zonder de architec
tuur wezenlijk aan te tasten uitgebreid konden worden.
Zwiers zelf wenste met het platform aan weerszijden van
de boekhouding te beginnen. Als tijdelijke en goedkoopste
Het PEN-gebouw (foto Henri
Spijkerman).
20
Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 2, zomer 1998