Aandeelhouders De onderwijskundige ideeën van de BSV moeten rond de eeuwwisseling zeer vooruitstrevend zijn geweest. Interessant is dan ook om te kijken welke ouders hun kin deren naar de school stuurden. Leerlingenlijsten zijn helaas niet bewaard gebleven, maar wel een lijst met namen van sympathisanten. Al tijdens de eerste vergadering in 1901 realiseerde men zich in Bloemendaal dat de kosten van een nieuw schoolgebouw en de exploitatie van de school niet gedekt konden worden met behulp van het door de ouders te betalen schoolgeld. In navolging van de Nieuwe Schoolvereeniging werd besloten een Naamloze Vennootschap op te richten, zodat de benodigde gelden bijeen gebracht konden worden door middel van het uit zetten van aandelen. In de statuten van deze N.V. worden de eerste aandeel houders genoemd. Met behulp van gegevens uit het Kohier van de Hoofdelijke Omslag van de gemeente Bloemendaal is enig inzicht te verkrijgen in het inkomen van de aandeelhouders. In dit Kohier komen achttien BSV- aandeelhouders voor, die in totaal 62 aandelen kochten." De rijkste particuliere vennoot was de weduwe Johanna Jacoba van der Vliet. Zoals verwacht is tevens Adriaan Stoop terug te vinden in de hoogste klassen van belasting betalers. Samen waren Van der Vliet en Stoop goed voor bijna 40% van de aandelen die in eerste instantie door particulieren werden gekocht. Opvallend is dat zij in de hoogste klassen de enigen waren die aandelen kochten. Kennelijk spraken de vernieuwende ideeën van de BSV de overige drieëntwintig zeer rijke Bloemendalers niet aan. Het is moeilijk om te achterhalen naar welke school zij hun kroost dan wel stuurden. Zeker is dat enkele rijkeluis kinderen thuis werden onderwezen door een huisonder- wijzer(-es).19 Ook is het waarschijnlijk dat een gedeelte van hen, zoals al eeuwen de gewoonte was onder de zeer rijken, alleen in de zomermaanden in Bloemendaal ver bleef. Economische groei Uit het Kohier bleek dat maar liefst tien van de achttien aandeelhouders tot de gegoede middenklasse behoorden. Van deze tien woonde het merendeel pas sinds kort in Bloemendaal. Deze nieuwe inwoners hadden geprofiteerd van de economische groei, die in Nederland met name na 1895 goed op gang was gekomen. Net als de gevestigde elite wilden ook de 'nieuwe rijken' buiten gaan wonen. Niet alleen prestigeverhoging speelde hierbij een rol: de stad werd voor velen een steeds minder aantrekkelijke ver- De Bloemendaalse Schoolvereniging (GAB) fiW» Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 2, zomer 1998 27

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1998 | | pagina 27