Om het karakter van het huis zoveel mogelijk te bewaren
werd het hele gebouw tevoren door architect Smidt zorg
vuldig opgemeten en uitgetekend. Tijdens de bouw bleek
dat de daken vervangen moesten worden en ook de ach
termuren konden niet behouden blijven. Er is zoveel
mogelijk geprobeerd het oude bouwmateriaal opnieuw te
gebruiken. Dit bleek echter niet altijd mogelijk. Zo waren
twee van de drie daken opgebouwd van sparrenhouten
stammen met direct daarop de dakpannen. Zoiets valt niet
te isoleren en ook bleek het sparrenhout aangetast door
houtworm en deels verrot te zijn. Een deel van de balken,
bakstenen en dakpannen werd wel zoveel mogelijk herge
bruikt.
Bouwsporen kwamen vanonder de
oude stuclaag tevoorschijn.
mertje boven de kelder in ere hersteld.
De binnenmaten werden overal aangepast aan de langere
mens van tegenwoordig, maar aan de buitenkant van het
gebouw is dat niet te zien. Daar werd de oude gootlijn
gehandhaafd. Ook een schuifpui komt er niet aan te pas.
In wezen staat de Knip er weer net zo schuin en hoekig
bij als ze in de loop der eeuwen gegroeid is. Ingrid past er
voor op het geheel niet al te 'popperig' te maken, maar er
komen wel weer luiken voor de ramen. In de kleuren wit,
rood en groen. Net als vroeger.
Ingrid Swakman en Joan Patijn-Bijl de Vroe
Tijdens het werk
Fascinerend is het om het stucwerk van de muren te ver
wijderen en dan aan het metselwerk de bouwgeschiedenis
van ramen en deuren af te lezen. Trouwens, achter de
later geplaatste binnenmuren van het rechtergedeelte werd
de plaats van de paardenruiven teruggevonden en onder
het steengaas dat aan het plafond was gespijkerd, vonden
Ton en Ingrid bordjes met de namen van de paarden van
de melkfabriek, Bianca, Corrie en Bles. De allermooiste
vondst was wel de verloren gewaande 'lat' met namen van
de bezoekers die bij de herbergier van de Knip 'in het
krijt' stonden.
In het linkergedeelte van het huis zaten onder een beton-
vloer kleine oude plavuisjes, en ook vonden Ton en Ingrid
oude tegeltjes op de plaats waar vermoedelijk de oude
schouw heeft gezeten. Jammer genoeg waren deze plavuis
jes en tegeltjes niet meer te redden. Wel werd het opka-
8
Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 3, najaar 1998