Zormerzorg
Was het wonder dat daarnaast hotel
Kennemerland lag van de dames
Wafelbakker? Strategisch tegenover
de ingang van de hervormde kerk, is
al sinds onheuglijke tijden het hore-
ca-conglomeraat van Vreeburg te
vinden. Oorspronkelijk had ook
Vreeburg logeeraccommodatie.
Aan het eind van de 18 de eeuw
raakten de talrijke blekerijen in het
Bloemendaalse in verval.
Verschillende ervan werden buiten
plaats, zoals De Rijp, Sparrenheuvel Groot Zomerzorg.
en Duin en Daal. Het nabijgelegen Zomerzorg was in de
vorige eeuw bijna steeds logement. Het lag beschut tegen
westenwinden, vlak onder het huidige Kopje, een ideaal
uitgangspunt voor klim- en wandeltochten. Er was nog
nauwelijks bebouwing en nergens stonden hekken. Het
was een geliefd doel, ook al zal de accommodatie primi
tief geweest zijn: geen elektriciteit, geen stromend water,
geen 'water closet', en alleen de gelagkamer verwarmd. De
wandelgrage dominee Craandijk was er lyrisch over en
schreef bijna 120 jaar geleden: 'Hoe gastvrij het huis, hoe
uitgestrekt het terrein voor de gasten, hoe ruim zijn stal,
hoe vroolijk zijn groote feestzaal. Hoe uitlokkend waren
zijn boschjes, zijn kronkelpaadjes, die naar boven voerden,
hoe prachtig was het vergezigt daar op den begroeiden
top. Hier toog de Leidsche 'spes patriae' heen om haar
promotiepartijen te vieren; jHier vonden de bezige
koopman, de steunpilaar der Amsterdamsche beurs, hier
vond de moêgewerkte geleerde een liefelijk rustoord in de
zomervacantie. Hier vonden de mindere goden op den
sckoonen zomerschen dag met hun uitverkorenen een
vurig begeerde uitspanningsplaats ver van winkel en kan
toor, van werkplaats en bureau. Hier werden ouden van
dagen weer jong, temidden van hun joelende kleinkinde
ren, die de duinen op- en afvlogen, onvermoeid, onver-
zadelijk in 't genot hunner vrijheid.' Dit 'Groot of Oud
Zomerzorg' (er kwam een opvolger) lag tussen de huidige
Midden Duin en Daalseweg, Zomerzorgerlaan, Jozef
Israëlsweg en Mesdaglaan. Het logement, later landhuis,
werd begin jaren zestig afgebroken. Daarvoor in de plaats
kwamen vier villa's. De oranjerie/tuinmanswoning werd
was er De Knip waar men zich kon laven. Het
Bloemendaalse bos was einddoel, verder kwam men
meestal niet. De kinderen klommen in bomen, konden
schommelen, wippen, stuivertje verwisselen en rovertje
spelen. Tot slot mochten ze soms op één van Böttgers
ezeltjes rijden. De ouders streken vermoeid ergens neer en
genoten van een piano-orgeldraaier en een harpiste.
Pannenkoeken met sla van juffrouw Kalkman werden in
en bij de koepel in het bos door jong en oud in ongeloof
lijke hoeveelheden verorberd. Met limonade en bier werd
de dorst gelest.
Hotel Welgelegen
Ook voor Amsterdammers die iets meer te besteden had
den was de duinrand een geliefd doel, net als voor stu
denten van het Atheneum daar of uit Leiden, met enig
geld en veel vrije tijd. Zij bleven ook overnachten; er was
keus genoeg aan logementen. Opvallend is, dat de meeste
niet voor het ontvangen van gasten waren gesticht, maar
pas deze bestemming kregen nadat bewoning of bedrijf
niet meer aantrekkelijk was. Aan het begin van de dorps
straat was er hotel Welgelegen, eertijds huis van de familie
Bienfait. Het met hout bedekte gebouw had een iets naar
voren springend terras, waarop twee grote kastanjebomen
stonden. Wat zat je daar heerlijk! Van verkeersoverlast
was geen sprake en zolang de overzijde van de
Bloemendaalseweg nog niet bebouwd was had men er uit
zicht op de lager gelegen buitenplaats Hartenlust. (In de
Eerste Wereldoorlog werd Welgelegen pastorie van de
rooms katholieke 'nood'-kerk, die tot 1954 gehuisvest was
in de voormalige kegelbaan van het
hotel. Tegenwoordig is hier Albert
Heyn met het parkeerterreintje.) Aan
het eind van de straat had Koolhoven
zijn paardentram 'station'.
Ons Bloemendaal, 22e jaargang, nummer 4, winter 1998
17