Foto van M. Bauer-Verpoorten, op haar tachtigste verjaardag, 17 maart 1906 (RKD, Den Haag). uit, ik ook 't Spaansche eten doet ons tot nog toe geen kwaad. Via Burgos en Madrid bereikten zij Sevilla, waar een ver ontrustend bericht over de gezondheid van Willem hen een in alle opzichten zorgelijke reactie ontlokte: 'Wij beginnen te vreezen dat onze brieven niet terecht komen en de portiers de postzegels zelf houden, want ook in Sevilla ontvingen we niets dan de foto's (die goed gelukt zijn), met de tijding dat Willem bij [dokter] Eykman is, en in een wollen deken in de tuin lag. Hoe is dit nu? Is W. weer ziek en hoe moet dit met Breitner's huis!' Dringende vragen, die blijkbaar ook bij Breitner waren opgekomen. In diens archief, in het RKD in Den Haag, bevindt zich een brief, gedateerd op 17 augustus 1902, waarin Willem het onheil nog tracht te bezweren: 'Ik heb mijn residentie voor een kort tijdje verplaatst naar Scheveningen, om mij weer eens onder behandeling van Dr. Eykman te stellen. Het blijkt namelijk dat die onge steldheid van mij voornamelijk hare oorsprong heeft in de ingewanden, en alleen door massage is dit te genezen. Ik denk dus wel zeer spoedig te zijn zooals ik de laatsten tijd was. De werkzaamheden voor je huis zullen er natuurlijk niet onder lijden, alles wordt op dezelfde voet voortgezet.' En al even bezwerend is de tekst waarmee Marius zijn zie ke broer vanuit Spanje probeerde op te beuren: 'Van Ma hoorden we dat je weer bij Eykman bent, we hopen dat je er niet om een ernstige reden heen bent, en 't een nakuurtje is.' Zijn toon werd losser toen hun gemeen schappelijke passie, de bouwkunst, ter sprake kwam: 'De kathedralen zijn prachtig, behalve die in Cordoba, daar hebben ze de moskee schandelijk vernield en een lor van een kerk er in gezet, 't Escuriaal is ook een naar ding en juist deze twee meest beroemde gebouwen van Spanje zijn helemaal hun roem niet waard.' Zoo gaan de goeden... Eind september kwam het jonge paar weer thuis. Voor Suze en haar moeder was geen plaats meer in villa Stamboel. Zij verhuisden eind oktober naar het pension voor dames van juffrouw de Gunst, in de Iordensstraat nr.74, in Haarlem. Lang hielden ze het daar niet uit. Al een half jaar later kozen zij toch maar weer voor Den Haag, waar zij zich in de Cornelis Jolstraat (Scheveningen) vestigden. Hun pad ging niet over rozen. Willem trok in mei bij hen in vanwege Dr. Eykman misschien? Maar zijn dagen waren geteld. Amper een jaar later kwam hij, in Hilversum, door zelfmoord om het leven. 'Zondag ging ik de arme Willem Bauer opzoeken en vond hem opge hangen in het tuinschuurtje. Arme, fijne, gevoelige man met zijn groote gaven,' schreef Frederik van Eeden in zijn dagboek. En Van Eedens vrouw Martha schreef aan haar zusje, Kitty Verwey-van Vloten (25-4-1904): '...de arme B. is dood, hij heeft die vreeselijke angstvlagen, waaraan Foto van (ets) Marius Bauer, 1912. 26 Ons Bloemendaal, 23e jaargang, nummer 1, voorjaar 1999

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 1999 | | pagina 27