Saxenburg, een mysterieus eiland De benaming 'Saxenburg', ooit door de Amsterdamse koop man Christoffel Thijs (of: Thijssen) toegekend aan de door hem in 1638 verworven Bloemendaalse hofstede, leeft in deze gemeente voort in de naamgeving van een weg, van een laan en van een villa waarvan de restauratie werd be sproken in ons herfstnummer van 1998. Maar ook buiten Bloemendaal treft men Saxenburg als benaming aan. Daarmee doelen we nu eens niet op het feit dat Thijssen zijn hofstede vernoemde naar zijn Amsterdamse woning (Keizersgracht 224). Dit pand, thans onderdeel van Hotel Pulitzer, draagt nog steeds 'Saxenburg' als naam - zo is te zien aan een gevelsteen en een uithangbord. Hier gaat het over een eiland in de Atlantische oceaan dat wordt bespro ken in een artikel in het Tijdschrift voor Zeegeschiedenis waarop de heer C.A. Zon, een van onze Haarlemse dona teurs, de redactie attendeerde. Jan Parmentier richt daarin de aandacht op het verschijnsel dat oude zee- en landkaar ten, ook van gerenomeerde cartografen, soms eilanden ver melden die er later, soms pas meer dan een eeuw later, weer van verdwijnen. Het was geen incidenteel optredend fenomeen. Geleidelijk nam dit verschijnsel wel af, maar er stonden toch, blijkens een door Parmentier aangetroffen publicatie, nog meer dan honderd niet bestaande eilanden in de negentiende-eeuwse maritieme atlassen. De VOC op zoek naar nieuwe steunpunten Parmentier voert ons terug naar het begin van de Europese expansiegeschiedenis in de late vijftiende eeuw - de periode waarin de Verenigde Oost-Indische Compagnie een grote activiteit ontplooide. De VOC, maar bijvoorbeeld ook Eng else en Portugese Oost-Indiëvaarders, trachtte voor de lange reizen van en naar de Oost steunpunten te vinden om te kunnen ravitailleren. Weliswaar vervulde met name Kaap de Goede Hoop hiertoe een belangrijke rol, maar gaandeweg gaf dit toch teveel problemen. Door sterke zeestromen en ook door de hinderlijke stormachtige winden was de Kaap onvoldoende veilig en betrouwbaar. De veiliger Baai Falso en ook het onbewoonde eiland Sint-Helena werden daarom als alternatief gebruikt. Sint-Helena, door de overvloed aan vis, wild vee en vruchten zeer geschikt als verversingsplaats, bleek echter voor de veelvuldige bezoeken van Portugese, Nederlandse, Franse en Engelse schepen te weinig capaciteit te hebben. Maar vooral het feit dat het herhaaldelijk tot een vijandelijk treffen kwam, met name als de verhoudingen tussen de naties weer eens gespannen werden, leidde tot een onhoudbare situatie. De VOC zag zich genoodzaakt het bevoorradingsnetwerk uit te breiden. Hiertoe ondernam men telkens weer nieuwe zoektochten, onder meer naar de eilanden die al eerder door Portugezen in kaart waren gebracht. Zo bezocht men bijvoorbeeld, in de tweede helft van de zeventiende eeuw, de Martin Vaz- archipel, Trinidade, Tristan da Cunha en Diego Alvarez (thans: Gough-eiland). Veelal moest men tot de conclusie Gevelsteen boven poortje, Keizersgracht 224 Amsterdam, (foto PdN) 20 Ons Bloemendaal, 24e jaargang, nummer 1, voorjaar 2000

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2000 | | pagina 20