oeyerwyk
Interlokale aotebuslyoer?
■ten Noorden van Haarlem
Volgens vergunningaanvragen
in 1926
Van beek 13-9-1975
gunning voor een speciale zomerlijn: bij
gunstig weer wordt een 1S-minutendienst
van en naar het strand gereden. Aan de kop
van de Zeeweg, bij het strand, staan aan de
noord- en zuidzijde golfplaatloodsen waar
in de winter de bussen worden gestald en in
de zomer dienen ze als rijwiel- en automo-
bielstalling.
Niet alleen de bussen van de firma Backhuys
hebben het traject Zeeweg in hun pakket. Er
rijden ook nog de T-Fordbussen van Ver
beek en G. Bos uit Haarlem (dienst Haar-
lem-Overveen-Bloemendaal strand-Zand-
voort) en C. Smit en M. Smit uit Haarlem;
een vergunning voor de diensten wordt
echter niet verleend.
Tegelijk met de lijnen van de Bloemendaalse
Autobus Dienst, kan ook worden ingeschre
ven op een 3-jarige concessie voor de zo
merlijn. Backhuys en Stormvogels schrijven
in, Backhuys wint met de laagste kilometer-
prijs. De firma krijgt de zomerlijn tot en met
de zomer van 1932. Een enkele reis kost 25
cent, een retourtje komt op 40 cent.
In 1932 vraagt de firma Backhuys een ver
gunning aan bij de provincie voor de auto
busdienst Haarlem-Bloemendaal aan zee. Dit
wordt afgewezen omdat de NZH-tram dat
traject al heeft. Backhuys stopt dan met zijn
buslijn. Gelijktijdig vraagt de autobusfirma
Stormvogels uit IJmuiden een vergunning
aan bij de provincie voor de lijn Haarlem-
Overveen-Zandvoort en diè wordt wel ver
leend. De NZH probeert te redden wat er te
redden valt en dient een verzoek in om haar
buslijn Haarlem Turfmarkt-Overveen in de
zomer te verlengen tot aan Zandvoort. Dat
wordt afgewezen. Een juridisch gekrakeel
tussen NZH en Stormvogels dat duurt tot 1934 is het ge
volg: dan krijgt de NZH definitief de omstreden vergun -
ning.
Het autobussenpark van de firma
Backhuys
Dit wagenpark bestaat oorspronkelijk uit de gesloten DAAG-
bus uit Amsterdam en 5 verschillende voormalige vrachtwa
gens met een open Beynes-carrosserie. De gesloten bus
heeft al een gesloten cardanaandrijving, maar de open bus
sen moeten liet nog met hun lawaaiige kettingaandrijving
doen. Deze wagens, die waarschijnlijk in de Eerste Wereld-
Een routekaart met busdiensten uit 1926.
oorlog zijn gebruikt om Duitse legervoorraden te vervoeren,
rijden nog op massieve banden, maar gezien hun lage snel
heid - ca. 15 km/per uur - en het goede wegdek levert dit
weinig problemen op.
Als blijkt dat één bus te licht is en niet geschikt voor de
dienst en een ander gesloten exemplaar ook niet ideaal is
voor het strandvervoer, geeft Backhuys opdracht om van
twee bussen gewoon één goed exemplaar op ballonlucht
banden te maken.
In 1928 wordt een Franse bus (model E. Bernard) aange
schaft, waarvan het middendakdeel kan worden opgerold.
In 1930 komt, speciaal voor de Bloemendaalse Autobus
Ons Bloemendaal, 24e jaargang, nummer 1, voorjaar 2000
27