Brieven van de voorzitter Zowel inzake de ontwikkeling van het terrein van het voormalig Pro vinciaal Ziekenhuis als met betrekking tot de uitbreiding van in de binnenduinrand gelegen sportvoorzieningen, achtte het bestuur het wenselijk zijn visie nadrukkelijk aan het gemeentebestuur bekend te maken. De hiertoe onlangs aan het College van B W van onze ge meente gerichte brieven van Henk Garvelink treft u hier aan. Ontwikkeling terrein Provinciaal Ziekenhuis Over de ontwikkeling van het PZ-terrein heeft uw college het afgelopen jaar niet afzonderlijk van ons bestuur verno men. Onze stichting heeft met andere organisaties samenge werkt, die in voorkomend geval ook namens onze stichting hebben gesproken waar het gaat om de toekomst van het PZ-terrein. Nu het Masterplan van het Bureau Riek Bakker in november j.l. is gepresenteerd, wil het bestuur van onze stichting uw college, zonder uitvoerig op het Masterplan in te gaan, laten weten hoe de stichting tegen de plannen aankijkt. Wij waarderen de tamelijk brede benadering die het Bureau van Riek Bakker heeft gekozen om ecologische en cultuur historische kenmerken en waarden van het terrein in kaart te brengen, al zal de kwaliteit van de analyses pas met recht beoordeeld kunnen worden zodra de bijlagen waaraan die zijn ontleend beschikbaar zijn. Het Masterplan heeft naar ons oordeel duidelijk laten zien dat, in weerwil van de toe lichting die daarbij is verstrekt, het maximum aantal wonin gen zoals daarin aangegeven niet haalbaar is. Ofschoon wij op dit moment niet kunnen overzien in welke mate het schetsmatig ontwerp voor de herinrichting van het terrein zal worden gevolgd, willen wij daar enkele kantteke ningen bij plaatsen. Van meet af aan is uitgangspunt geweest dat de herinrich ting zodanig zou dienen plaats te vinden, dat essentiële waarden van het gebied gerespecteerd en zonodig zelfs ver sterkt zullen worden. Deze doelstelling wordt met het Mas terplan onvoldoende bereikt. In de noordwestelijk bebouwingscluster zijn woningen ge tekend. Die zullen een ernstige inbreuk vormen op de bij zondere ecologische betekenis van de binnenduinrand. Het plan voor de zuidelijke cluster vertoont geen harmoni euze relatie met het voormalige hoofdgebouw. Er moet gevreesd worden dat door een wirwar van erfscheidingen een rommelig geheel zal ontstaan, dat afbreuk zal doen aan de architectuur van dit gebouw, dat niet zonder reden tot rijksmonument is verklaard. Niet aanvaardbaar is de bebou wing die dichtbij de voorgevel is getekend. De vergelijking met hagen uit Zocher's ontwerp gaat in elk opzicht mank. Het zicht op de voorgevel zou bij realisatie van de geteken de woningen ontoelaatbaar worden belemmerd. Bij de uitvoering van geplande woningen, zoals voorzien in de noordoostelijke sector van het terrein, zal een afzonder lijk wijkje ontstaan, vergelijkbaar met de bebouwing ten oosten van de Brederodelaan, en daarmee wordt geen har monie met het overige deel van het park bereikt. Onze stichting huldigt niet het standpunt dat het gebouw Wieringerland onvoldoende kwaliteit heeft om dit te hand haven. Afgraving van het duin ter realisering van nieuw bouw ter plaatse van Wieringerland wordt door niets ge rechtvaardigd. Waar bebouwing wordt gerealiseerd, dient gestreefd te worden naar zo min mogelijk verkaveling, zonodig met wat grotere gebouwen (met kenmerkende architectuur) ter be vordering van het landgoed/campusaspect. Het Masterplan doet onvoldoende recht aan de voorzichtig heid waarmee de unieke natuur- cultuurhistorische waarde van dit stuk binnenduinrand, dat deel uitmaakt van het snoer van landgoederen, benaderd dient te worden en aan het feit dat daarbij de intentie moet zijn dat de woning bouw het landschap ondersteunt en niet omgekeerd. Tenslotte bepleiten wij dat bij de verdere ontwikkeling van plannen voor het PZ-terrein de grootst mogelijke vorm van openheid door uw college wordt betracht. Wij zijn van oor deel dat inspraak tot dusver uitsluitend positieve effecten heeft gehad. Ons Bloemendaal, 24e jaargang, nummer 1, voorjaar 2000 5

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2000 | | pagina 5