'De Rijp', de ijskelder die oorspronkelijk bij buitenplaats Sparrenheuvel
hoorde. (Leo Dubbelaar, GAB)
Net daarvoor, in 1793, was aan de bekende tuinarchitect
J.G. Michaël de opdracht verstrekt een park aan te leggen,
compleet met vijver, theekoepel - gebouwd door de Bloe-
rnendaai.se timmerman-aannemer Lambert Rouwens - én
ijskelder. Voorts zorgde Kops voor de bebossing van de
Molenduinen, waarmee één van de mooiste gebieden van
Bloemendaal werd gecreëerd. Hier beoefende Kops zijn
hobby, de schapenfokkerij, vandaar dat het gebied de naam
Schapenduinen meekreeg. Halverwege de negentiende
eeuw zou Jan David Zocher jr. onder andere de slingerpa
den aan het tuinontwerp toevoegen.
In 1820 werd een deel van Wildhoef afgescheiden. Dit
gebied, Aelbertsberg, werd na het midden van de negen
tiende eeuw verder opgesplitst in de landgoederen Caprera,
Schapenduinen, Dennenheuvel en het Schapenduinen-wan
delgebied. De buitenplaats Wildhoef bleef echter tot de
dood van eigenaresse mej. C.A. van Wickevoort Crommelin
in 1936, grotendeels intact. Omdat een totale verkaveling
werd voorkomen, zijn nog vele bijgebouwen, zoals het
timmermanshuis, het koetshuis met de oude personeelswo-
ningen aan de Donkerelaan en de boerderij Veen en Duin
aan de Kennemerweg, bewaard gebleven. Dat gold niet
voor de hertenkamp, diverse beeldengroepen die de tuin
sierden en de groente- en vruchtenkassen.
Nog voor de Tweede Wereldoorlog werd Van Leeuwen
Boomkamp de nieuwe eigenaar van Wildhoef. Na de oor
log bleek het terrein echter één grote wildernis geworden.
Veel bomen waren in de hongerwinter als gevolg van
brandstofgebrek door de bevolking van Kennemerland
weggehaald. En de tijdens de oorlog afgeschoten granaten
moesten uit de vijver worden geschept. De Bloemendaalse
jeugd kon, door het ontbreken van hekwerk, er ook vrij
elijk spelen.
De bouwkundige toestand van de stenen ijskelder van
Wildhoef was al evenmin florissant. Zodanig zelfs, dat de
eigenaar omstreeks 1950 besloot de kelder met aarde dicht
te storten om ongelukken te voorkomen.
Dochter H.L.P. Korthals Altes-Van Leeuwen Boomkamp
kreeg begin jaren vijftig de beschikking over een deel van
Wildhoef. Zij verstrekte aan de Bloemendaalse architect
H.W. van Kempen de opdracht op het terrein een nieuwe
villa, die de naam Klein Wildhoef meekreeg, te bouwen.
Toen dit pand halverwege de jaren tachtig van de vorige
eeuw van eigenaar verwisselde, werd opdracht gegeven tot
de bouw van een nieuwe ijskelder. De werkzaamheden
werden uitgevoerd door de Bloemendaalse grafische ont
werper R. Timmermans, de bewoner van het naburige tim
mermanshuis van het inmiddels tot een bejaardenhuis ver
bouwde oude Wildhoef. De steunberen werden weer
opgemetseld en een eenvoudige ijskelder, die uitwendig in
geen enkel opzicht meer aan het oorspronkelijke exemplaar
herinnerde, werd opgetrokken. Binnen werd de deels intact
gebleven put weer uitgegraven, gerenoveerd en van nieuw
metselwerk voorzien. De kelder heeft een diameter van
ongeveer drie en een halve meter; de put is zo'n vier meter
diep. Het geheel verkeert sindsdien in een goede conditie.
In 1993 kocht de familie Cramer Klein Wildhoef. Na een
aanvankelijk opgesteld verbouwingsplan werd vanwege de
enorm oplopende kosten besloten de villa te slopen en een
nieuw Klein Wildhoef neer te zetten. Architect R.J.
Pannekoek tekende voor het fraaie ontwerp van de met een
rieten kap gedekte villa.
Omdat een vleermuizenopening in de voordeur van de ijs
kelder tot dusverre nog niet het gewenste resultaat bracht,
willen de huidige bewoners in overleg met gemeente en/of
Staatsbosbeheer daar verandering in aanbrengen.
De ijskelder van De Rijp
De Rijp was reeds in de achttiende eeuw door de Haarlemse
koopman J. van de Rijp gesticht op de plaats van de blekerij
De Mol. Toen Adriaan Stoop, stichter van de Dordtsche
24
Ons Bloemendaal, 24e jaargang, nummer 3, herfst 2000