'Deze kamer, op een andere foto te zien achter de doorgangsboog, heet bij
ons 'de middenkamer'. Door deze kamer moeten wij heenlopen om bij de
badkamer te komen die vroeger slaapkamer was.
ningen werden nat. Het dak heb ik toen gecoat en gelukkig
bleef het daarna nog twintig jaar goed. Nu is het zinken dak
vernieuwd.
De glas-in-lood-ramen aan de zijkant van de hal heeft
Eugène van Lamsweerde weggehaald en er helder glas voor
in de plaats gezet. We troffen het glas-in-lood in de kelder
aan en hebben het weer teruggezet. Nu is het dus dubbel
glas. De hal is helemaal betimmerd met naturel hout, Ame
rikaanse 'pitchpine'. Er was nooit een schouw in de hal. Bij
de opmeting van de hal bleek er wel een fundering te liggen
en er was ook een rookkanaal. De schouw was dus wel ge
pland, maar nooit gerealiseerd. Om de hal interessant te
maken als zitruimte, zijn mijn zoon en ik een schouw gaan
bouwen. In die tijd werd het huis De Nachtegaal gesloopt
en mijn zoon kon profielmarmer van de lambriseringen van
De Nachtegaal bemachtigen. Het is dus een mooie schouw
partij van wit marmer geworden.
De trap omhoog komt uit op een galerij. De symmetrie is
volkomen, alleen is een van de doorgangsbogen dichtge
metseld toen we het huis splitsten. De onderkant van de
galerij en de parketvloer zijn er nog oorspronkelijk. Aan on
ze kant heeft de tweede bewoner de plafondvelden (d.w.z.
de plankjes tussen de moer- en de kinderbalken) geverfd. Je
ziet nu veel meer de storen
de krimpnaden.
Beneden en boven kon je
helemaal in de rondte alle
kamers door. Zo hoefde je
de hal niet in. De hal was
veel te hoog, dat kon je niet
verwarmen. Het wonderlij
ke is dat hier hete luchtver-
warming is geweest. In alle
kamers en op de eerste ver
dieping waren roosters die
open konden klappen. Bij de
buren heb ik een van die
'De slaapkamer van de buren is
altijd ouderslaapkamer geweest.
Links is de doorgangsdeur naar
een andere slaapkamer. Dit is een
dubbele deur omdat hij aan de
andere kant in een kastenwand zit.
Prima geluidsisolatie dus.'
18
Ons Bloemendaal, 25e jaargang, nummer 2, zomer 200 1