Jet van Voorst Vader- Duyckinck Sander Foto's en prenten Stoop zelf had met zijn koloniaal verleden veel belangstelling voor oosterse curiositeiten. Op de foto's en prenten zijn ze overal te vinden: kasten, tafeltjes en beelden. Hij pre tendeerde niet verstand van kunst te hebben. Er was dan ook geen kost bare collectie schilderijen of kunst nijverheid. Slechts éénmaal liet hij zich verleiden tot een opdracht aan een toen modern kunstenaar. Door Jan Eisenloeffel (1875-1957) liet hij in 1912 een pendule met flonkeren de lampjes voor op de schoorsteen mantel in de eetkamer vervaardigen. Maar dat was eigenlijk alleen 'om de kunst te steunen'. Zijn eigen portret, geschilderd door Jan Veth, dat de bevolking van Bloemendaal hem aanbood bij zijn zeventigste verjaar dag, prijkte in de salon. Niet omdat het kunst was - wat het overigens wel is! - ook niet omdat hij zichzelf zo graag bekeek, maar omdat het hem dagelijks aan die Bloemendalers herinnerde die hem dit cadeau gaven. Maar beter dan in woorden is de sfeer van De Rijp te proeven uit de foto' s en prenten. Kijkt u met me mee! IngeMeurde els door R. Gerb ronds (Foto GAB): de bovenhal werd gedomineerd door een tafel waarop een bronzen olifant stond, die besprongen werd door een tijger. Ook dit is een kunstwerk uit Japan. Voor de kleinkinderen was De Rijp met zijn vele hoeken en gaten een heerlijk huis om verstoppertje te spelen en de olifant was dè buutplaats. Half onder de bank lag een tijgervel, compleet met Mauwen en kop. Door de openstaande deur is nog juist de pianola zichtbaar. Daar mee kon je je een groot pianist wanen, zonder ook maar een altkoord te kunnen spelen. Dit alles maakte meer indruk dan de schilderijen aan de wand, waarover dan ook niets meer bekend is. De witte salon boven. Deze ontstond bij de verbouwing in 1910. Deze keer werd de inrichting voor het grootste deel in Nederland aangeschaft en wel bij de Koninklijke Bazaar (tegenwoordig de Bijenkorf). Alleen de zogeheten Chippendale vitrinekast met marquetterie kwam uit Engeland. De kamer werd eigenlijk bijna nooit gebruikt en zag er dus ook niet gezellig uit. Dat bleek een uitkomst. In 1920 brandde het huis van dochter en schoonzoon De Clercq af. Het hele gezin huisde een jaar lang op De Rijp. De salon werd nu kantoor en vanwege de vele bestuurlijke activiteiten van De Clercq de 'ministerskamer' genoemd. Met dank aan mevrouw E.M.L. Everts-Kessler te Wassenaar en mevrouw L.A.M. Duynstee-Stoop te Rekem (B) Voorts werd gebruik gemaakt van: - F.D.S.-dC en E.dC., 'Jeugdherinneringen aan 'De Rijp' in: Ons Bloemendaal, jg. 6, no. 2. p. 4-7 - Henriëtte van Voorst Vader-Duyckinck Sander, Leven en laten leven, een biografie van Ir. Adriaan Stoop, 1856-1935, Haarlem, 1994 26 Ons Bloemendaal, 25e jaargang, nummer 2, zomer 200 1

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2001 | | pagina 26