Van het begin af aan hebben wij het gevoel gehad bezig te zijn een cadeau uit te pakken. De lelijke verpakking van de latere afwerking (en)verborg een opwindend fraai en af wisselend interieur dat wij tevoorschijn mochten halen. Door de sluier van de witte latexverf was het huis als woon huis niet meer zichtbaar. Je kon bijna niet zien waarom het huis in elkaar zat zoals het in elkaar zat. Het huis zelf was hoe dan ook de belangrijkste bron. Door die kennis te combineren met informatie uit archieven, in terviews enz. ging het pas echt leven. Duidelijk werd dat gangen en trappen vroeger zwaar werden gebruikt, ze wa ren bijna belangrijker dan de kamers zelf. Zeer belangrijke achtergrondinformatie kwam uit het boek Leven op stand van Ileen Monti jr.. Haar algemene beschrijving van het huiselijk leven van de Nederlandse bovenlaag aan het begin van de twintigste eeuw, maakte het mogelijk de plattegronden van Koningshof ook echt te begrijpen. Inmiddels kregen dichtgeschroefde deuren weer betekenis; leveranciers, personeelsleden en gasten hadden hun eigen toegang. Maar ook de door Montijn beschreven linnenkamer met blauw, bandjes en lavendel vonden wij fris en geurig terug. 'Netjes ingerichte kasten waren een eerste voorwaarde voor een degelijk huishouden. De afmetingen van de planken - die waren bekleed met kastpapier of linnen, mooi met een afhangende strook kant - bepaalden hoe de grotere stukken wasgoed gevouwen moesten worden Pijnlijk recht moesten de stapeltjes in de kast liggen Lichtblauwe lin tjes hielden de stapeltjes bij elkaar, eventueel met een plank je eronder gebonden' schrijft Montijn. Blauw was de kleur die bij linnengoed hoorde; bosjes laven del werden niet alleen vanwege de geur, maar ook vanwege de blauwe kleur in de kast gelegd. Ook de houten bakken voor het dragen van was en strijkgoed waren lichtblauw geschilderd. Blauw was fris, weerde mot en deed het wit van linnen en katoen beter uitkomen. Restauratie Het restauratieplan werd ontwikkeld op basis van een aantal uitgangspunten: als eerste het huis zelf, de huidige ge bruikseisen, de restauratie in etappes en het inpassen van een flexibel programma voor de installaties. Abraham Salm schakelde, zoals gangbaar was, in zijn ont werp de oorspronkelijke woonfuncties aan een systeem van gangen en trappen: een soort sterke ruggengraat waar alle ruimtes op uit komen. Ook was het in die tijd gebruikelijk dat elke kamer verschilde in afwerking, daglicht en sfeer. De stijl kond geheel aan de wensen van de opdrachtgever wor den aangepast: de eetkamer in neorenaissance, de salon in neo-Lodewijk XIV. De 'gangen en trappen' hadden dezelfde sfeer; met diè aantekening dat het houtwerk in het diensten- deel van het huis een houtimitatie was van grenen, een goedkope houtsoort, en het deel van de familie was afge werkt met schilderwerk dat leek op tropische houtsoorten. Het stelsel van trappen en gangen vormde de constante fac tor in het huis, en daar is de huidige restauratie van al die verschillende ruimtes ook aan 'opgehangen'. Trappen en gangen worden zo veel mogelijk in oude staat hersteld, ge holpen door het feit dat het oorspronkelijke (imitatie)schil derwerk goed is aangebracht en de latere 'soplagen' zo slecht, dat ze gemakkelijk kunnen worden verwijderd. Het oorspronkelijke schilderwerk komt weer boven. Een behangetje Restauratie gaat verder dan alleen het maken van een nauw keurige reconstructie, het maakt ook een verbinding met het heden. Al liggen alle gegevens klaar, en kan elke ruimte tot in de puntjes worden hersteld, dan nog kun je er stijlka mers van maken zonder ziel. De tijd heeft ook in 'Konings hof niet stilgestaan. Dat mag je laten zien, want dat maakt het juist weer leefbaar. In alle ruimtes werd het kleurgebruik achterhaald, de instal laties gevonden en ook het oorspronkelijke behang achter 'later' lijstwerk en wanden aangetroffen. Het behang in de slaapkamers van de jonge dames - witte ondergrond met een rozerood patroon of lichtgele onder grond met een beige-gouden patroon - was in grote delen nog aanwezig. Het hele patroon kan worden gereconstru eerd dankzij sjablonen. Voor de 'zit- en eetkamer' van het personeel bestond de wandafwerking uit een 'behangetje'; niet luxe, maar wel passend in de kleuren van de kamer èn van het hele huis. Een behang van kleine roosjes op een wit raster, gedrukt op een lichtbruin papier... en vandaag de dag nergens meer te koop! Natuurlijk is het mogelijk, als de financiële middelen dat toelaten, om het behang na te maken. Maar is het ook noodzakelijk voor de restauratie? Of kun je volstaan met een ander behang, in dezelfde sfeer en in de goede kleuren. Voor dat laatste hebben we gekozen. Beeldend kunstenares Ilse Mater maakt een ontwerp voor het nieuwe behang. De kamer zal precies hetzelfde blijven, alleen zal zij er an ders uit zien. Bewerking: Joan Jalink Met dank aan de heer Maarten Fritz en aan het Cuypersge- nootschap dat het artikel van de heer Fritz, gepubliceerd in hun jaarboek 2000, ter beschikking stelde. Ons Bloemendaal, 25e jaargang, nummer 2, zomer 2001 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2001 | | pagina 7