De eerste woningen van Bloemendaal-Noord in de gemeente Bloemendaal aan de Brederodelaan hoek
Connolyweg.
de bouwgrond heel duur was, de gemeente in de kosten
van de verbetering van de volkshuisvesting kunnen bijdra
gen. Zo geschiedde het dat burgemeester Jhr. A. Bas Backer,
die de verantwoordelijkheid voor volkshuisvesting in eerste
instantie bij de woningbouwverenigingen had neergelegd,
met het voorstel van de net opgerichte woningbouwvereni
ging Bloemendaal instemde om 'zo spoedig en zo krachtig
mogelijk' aan verbetering van de woontoestanden mee te
werken.
Dit resulteerde in de bouw van Tuindorp in Overveen
(1917), een moderne arbeiderswijk, de eerste die met over
heidssubsidie in de gemeente Bloemendaal is gebouwd.
Voor het ontwikkelen van deze wijk deed men een beroep
op de Bloemendaalse architecten J. Mulder en J.A. van As-
donk. Dit duo, waarvan Mulder over een meer zakelijke in
stelling beschikte en Van Asdonk zich tot de creatieve geest
ontwikkelde, wist menige Bloemendaalse opdracht binnen
te halen. Hun bureau zette daardoor een belangrijke stempel
op de bebouwde kom van deze gemeente.
Bij het ontwerpen liet men zich inspireren door de Tuin
stadbeweging, een idee van de Engelsman Ebenezer Ho
ward. Bepalend voor deze benadering was het begrip 'ge
zond wonen', waarbij hygiënische en esthetisch mooie
arbeiderswoningen worden gegroepeerd in aantrekkelijke
tuindorpen en wijken.
Het Overveense Tuindorp is 'een van de eerste voorbeelden
in de geschiedenis van de Nederlandse volkshuisvesting
waarbij op deze wijze arbeiderswoningen werden gereali
seerd. Naast de bijzondere archi
tectuur en opzet is ook de enor
me schaal waarop deze volkswo
ningbouw werd gepleegd uniek
in het Bloemendaalse volks
huisvestingsbeleid. Tuindorp om
vatte 93 arbeiderswoningen,
twee winkels, een kantoortje en
(inmiddels gesloopt) elf mid
denstandswoningen aan de
Ramplaan, de enige toegangsweg
tot de wijk.
Bijna elke woning had een ruime
indeling en beschikte over een
eigen voor- en achtertuin. Voorts
hadden ze verschillende moderne
voorzieningen als gas, elektriciteit
en water. De huur, die door B&W
op een bedrag tussen de 2,50
en 3,50 per week werd vastge
steld, was aan banden gelegd in
de Huurwet van 1917.
Het Van Twiskplein werd vernoemd naar één van de initia
tiefnemers van Tuindorp, de inmiddels overleden Overveen
se postdirecteur. De bouw van Tuindorp leidde tot een enor
me krotopruiming in de gemeente en een aanzienlijke leni
ging van de meest urgente woningnood. Onder de eerste
bewoners van Tuindorp waren vele arbeiders die in de di
recte nabijheid in de bloembollenteelt werkzaam waren. Als
gevolg van de annexatie van 1927 ging Tuindorp naar Haar
lem over en ligt nu in het Haarlemse Ramplaankwartier.
Na de succesformule van Tuindorp nam de woningbouw
vereniging Bloemendaal ook in het tweede woningbouw-
plan, getekend door de architecten J.A. van Asdonk en
J. Mulder, het ruime aantal van 47 arbeiderswoningen op.
In de zomer van '1920 wees de gemeente de benodigde
bouwgrond in het villapark Oosterduin te Aerdenhout toe.
Woningen voor arbeidersvolk waren daar echter niet wel
kom, want de inwoners van Aerdenhout maakten zich zor
gen over de invloed van deze woningen op de belendende,
.spaarzaam bebouwde omgeving. Een ingekomen bezwaar
schrift moest de raad ervan overtuigen "dat aaneengesloten
bouw geen ander gevolg kon hebben dan het lokken naar
deze gemeente van allerhande minder draagkrachtige perso
nen, welke bevolkingsvermeerdering allerminst in het be
lang der overige ingezetenen van Bloemendaal kon zijn".
Omdat de gemeentelijke overheid een spreidingsbeleid van
sociale woningbouw van groot belang achtte, kon de bouw
van 3 6 eengezinswoningen en één winkelhuis aan de Bent-
10
Ons Bloemendaal, 25e jaargang, nummer 3, i-ierfst 200 1