keus. "Snel bouwen", raadde raadslid Prinsenberg. Anders
zou alles duurder worden. Als penningmeester met een car
rière van twintig jaar bij woningbouwvereniging Bloemen-
daal achter de rug, wist hij waar hij over sprak. Maar vol
gens burgemeester Jhr. Den Tex waren juist de gemeentel]-
nanciën overbelast.
Nadat aan de raad was toegezegd dat de geplande nieuw
bouw was bestemd voor de krotbewoners aan de Domp-
vloedslaan en die van Stoel's Hofje, werd de grond aan
Bloemendaal-Noord overgedragen. Bij een volgend project
zou de C.N.W.B. de voorkeur genieten.
Een nijpend tekort aan bouwmaterialen enerzijds en het om
principiële redenen bedanken van architect Posthumus
Meijes voor het ontwerpen van de woningen anderzijds,
vertraagden een spoedig begin van de bouwwerkzaamhe
den. Onder voorwaarde dat hij nog enkele wijzigingen
mocht aanbrengen, was de bekende Bloemendaalse architect
Mulder bereid zijn diensten te verlenen. Eind 1940 overleed
Mulder echter, waarna Posthumus Meijes alsnog de werk
zaamheden afrondde. Tegelijkertijd werd een aanvraag om
financiële steun door Bloemendaal-Noord bij de rijksover
heid ingediend.
Intussen boog de raad zich over een voorstel van de afdeling
Bloemendaal van de C.N.W.B. om een vroegere speelplaats
van De Genestetschool nabij de Boslaan en de Bos- en Duin
laan in Bloemendaal-dorp, alsmede een strook grond aan de
noordzijde van de Tetterodeweg nabij de gemeentewerf in
Overveen, als bouwgrond aan te wijzen. Aldaar stonden aan
de Brouwerskolkweg reeds enkele woningen voor het per
soneel van publieke werken.
Stagnatie in de bouwproductie
De SDAP-fractie in de raad meende dat elke gelegenheid tot
verbetering van de volkshuisvesting, op welke bescheiden
wijze dan ook, niet ongebruikt mocht worden gelaten. Te
gelijkertijd signaleerde Noorman het probleem van ruimte
gebrek en betoogde in de raad dat "er in de gemeente zo'n
grote behoefte aan woningen bestond, terwijl er zo weinig
ruimte voor arbeiderswoningen te vinden was". Meer in
zijn algemeenheid meende raadslid Prinsenberg "dat een
blik op de kaart leerde, dat Bloemendaal reeds tamelijk vol
gebouwd was, zodat men ertegen moest waken, dat de nog
open zijnde plaatsen ook volgebouwd worden". Bij raads
besluit van 19 september 1940 kreeg de C.N.W.B. al vast de
beschikking over de bouwgronden. Alhoewel architecten
reeds het nodige werk hadden verzet, werd elk nieuw
bouwproject inmiddels praktisch onmogelijk gemaakt dooi
de nieuwe materiaalvoorschriften. De bouw moest tot na de
oorlog worden uitgesteld.
Conform het rijksoverheidsbeleid en op advies van de in
specteur van de volksgezondheid werden nog enkele oude
woningen opgeruimd en er werden, in afwachting van be
tere tijden, nog een paar percelen bouwgrond aan de corpo
raties verkocht. Eén van de laatste belangrijke gemeentelijke
daden op het gebied van de volkshuisvesting was het raads
besluit in 1941 om voor een bedrag van dertigduizend gul
den een rijtje van twintig sterk verwaarloosde woningen
aan de noordzijde van de Dompvloedslaan aan te kopen.
Terwijl de woningschaarste zich steeds meer deed gelden
bleken in januari 1941 huurbeschermingsmaatregelen
noodzakelijk om te voorkomen dat huiseigenaren hun wan-
betalende huurders op straat zetten. Omdat even later, als
gevolg van één van de maatregelen van de bezetter, de huur
op het niveau van 9 mei 1940 werd bevroren, stagneerde
de bouwproductie. Er werd echter nog wel een contingen-
teringssysteem ontworpen teneinde een nieuw ingevoerde
bouwsubsidie voor woningwetbouw evenredig over het
land te verdelen.
Een verhoging van de grondbelasting door het rijk in 1941
veroorzaakte een tekort op de exploitatierekening van de
woningen aan de Noordlaan en de Duinlustparkweg. Omdat
Bloemendaal-Noord het onaanvaardbaar achtte een oplos
sing in huurverhoging te zoeken, werden de financiële te
korten door de gemeente overgenomen.
Door de Duitse bezetting nam de burgemeester de taken van
de raad waar van september 1941 tot mei 1945. Jhr. Den
Tex werd echter spoedig geschorst en hij werd in november
1941 opgevolgd door de NSB-burgemeester J.W. Zigeler.
Op 17 juli 1942 maakte deze met onmiddellijke ingang een
vestigingsverbod bekend. Tegelijkertijd werd in heel Neder
land een algeheel bouwverbod van kracht.
De oorlogsjaren 1943 en 1944 werden in Bloemendaal ge
bruikt om uitbreidingsplannen te maken voor woningbouw
na de oorlog en daardoor kwam voor het eerst het planolo
gisch beleid voor het gehele gemeentelijk grondgebied vast
te liggen.
Bij de woningbouwverenigingen lagen de beleidswerk-
zaamheden vrijwel stil. Gezien de onwelwillende houding
van de bezetter achtte het bestuur van Bloemendaal-Noord
"het meest aanbevelenswaardig, zoo min mogelijk naar bui
ten te laten blijken, dat er nog zoo iets als een bouwvereeni-
ging 'Bloemendaal Noord' bestond". In de latere oorlogsja
ren zou het bestuur niet meer in het openbaar bijeenkomen.
Ook jaarverslagen werden na 1941 niet langer gemaakt. Het
spreekt voor zich dat het contact met de leden zo goed als
geheel verbroken werd.
Ons Bloemendaal, 25e jaargang, nummer 3, herfst 200 1
25