huursom toe. Deze extra lasten wa ren dermate bezwaarlijk voor vele huurders dat de gemeente financieel bij moest springen. Dat de huisvesting van ouden van dagen in de aandacht kwam, blijkt ook uit de plannen om na het vertrek van de Stormschool uit het landgoed Wildhoef in Bloemendaal aldaar be jaardenhuisvesting te realiseren. Aan een ander probleem, de huisves ting van jonge mensen die wilden trouwen of getrouwd bij hun ouders inwoonden, werd nog niets gedaan. En bij dit tempo van woningbouw was er voor hen weinig of geen uit zicht op een spoedig onderkomen. Ook met woningen voor grote ge zinnen werd geen rekening gehou den. Bouwvolumes Na de oorlog dienden nieuwbouwplannen te passen binnen het kader van door hogerhand toegekende bouwvolumes. Daarnaast moest voor het rond krijgen van de financiën goedkeuring worden verleend door het Ministerie van We deropbouw en Volkshuisvesting. Per 1 januari 1949 was de verdeling van het bouwvolume over de gemeenten in de provincie in handen gelegd van Gedeputeerde Staten. "Het is maar een krap potje wat er toegewezen wordt", constateerde de raad. Het was duidelijk dat bij een zo beperkt bouwvolume als aan Bloemendaal in deze jaren werd toegewezen, slechts weinig bouwaanvragen voor gesubsidieerde woningwetbouw konden worden ge honoreerd. En ook al werd soms alsnog een aanvullend vo lume toegekend, er kon maar in beperkte mate van een ade quaat volkshuisvestingsbeleid sprake zijn. De bouw van duplex-woningen Meer dan een kwart van de Bloemendaalse bevolking leed onder de woningnood en daarom kon de gemeente vanaf 1948 in het kader van de wederopbouw op extra steun van het rijk rekenen. Als alternatief voor noodwoningen propa geerde de regering de bouw van zogeheten duplex-wonin gen. Dat waren standaardwoningen die tijdelijk voor zelf standige bewoning door twee gezinnen geschikt waren. De bedoeling was dat deze huizen binnen tien jaar door een simpele verbouwing weer tot een eengezinswoning zouden worden samengevoegd. Later zou echter blijken dat de 'ont- duplexing' in vele gevallen nog decennia lang op zich zou laten wachten of zelfs nooit tot stand kwam. Om de duplex-woningen te kunnen bouwen moest in fe bruari 1950 de gemeentelijke bouwverordening weer wor den gewijzigd. Eerder, reeds in 1949, had naar aanleiding van een voorstel van Bloemendaal-Noord om dergelijke du plex-woningen te gaan bouwen een debat in de raad over de bouwvorm en inrichting van woningen plaatsgevonden. Aansluitend werd bij raadsbesluit van 10 november 1949 de bouw van de eerste tien duplex-woningen aan de Bredero- delaan en W. Noormanlaan goedgekeurd. Daarbij moest de grootst mogelijke spoed worden betracht om nog te kunnen profiteren van het voor 1949 beschikbare bouwcontingent. De benodigde grond werd door de gemeente in erfpacht afgestaan, grond- en bouwvoorschotten werden uit de ge meentekas beschikbaar gesteld, er werd een jaarlijkse rijks bijdrage aangevraagd en een lening bij een particuliere le vensverzekeringsmaatschappij afgesloten. Het ontwerpen van deze, maar ook de latere duplex-wonin gen werd in de vertrouwde handen van architect J.A. van Asdonk gelegd. Dit Bloemendaalse fenomeen was als het ware tot huisarchitect van Bloemendaal-Noord verheven. De aanbesteding verliep minder vlot. Het doorvoeren van belangrijke bezuinigingen kostte Bloemendaal-Noord nog vele hoofdbrekens. Net als bij andere projecten uit deze pe riode werden ook deze plannen herhaaldelijk teruggezon den. Met als gevolg dat de tien duplex-woningen voor de huisvesting van twintig gezinnen, waaronder zich volgens Bloemendaal-Noord 'crepeergevallen' bevonden, pas in augustus 1950 in gebruik werden genomen. De "Zonnehof" aan de Boslaan, bestaande uit twaalf bejaardenwoningen, in 1948 gebouwd door Bloemendaal-Noord. Ons Bloemendaal, 25e jaargang, nummer 3, herfst 200 1 29

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2001 | | pagina 31