Woningnood
Dat de woningnood in de jaren vijftig nijpend was, blijkt
onder meer uit het feit dat gedurende de zomermaanden
zelfs de tijdelijke bewoning van een aantal bunkers in de
duinen werd toegestaan. Ook vormde de urgentie van de
woningnood een reden om niet op te treden tegen huurders
die zonder de vereiste goedkeuring van de woningbouw
vereniging of het huisvestingsbureau, getrouwde kinderen
of kostgangers bij zich in huis namen. Dit kwam steeds
vaker voor. In de archieven van de woningbouwverenigin
gen treft men talloze brieven waarin het leed van deze men
sen is verwoord. Dikwijls zijn de opstellers ervan de dertig
ruim gepasseerd, al weer bijna tien jaar verloofd en wordt
een huwelijk bij gebrek aan woonruimte steeds maar weer
uitgesteld. Pas langzaamaan werd hun geestelijke nood er
kend. De ledenvergadering van de Christelijke Woning
bouwvereniging verzocht haar bestuur in 19S2 een beroep
om morele steun te doen op de kerkenraden van de Neder
landse hervormde en gereformeerde kerken in Bloemendaal.
B I o e m e n d a a I se middenstand en
kamerverhuur
Met de Bloemendaalse middenstand ging het in deze jaren
niet zo best. Middenstanders die geen goedkope woning
konden vinden, hoopten door het verhuren van gestoffeer
de en gemeubileerde kamers wat bij te verdienen. Het aan
tal inrichtingen, pensions en kamerverhuurbedrijven was in
Bloemendaal aanzienlijk groter dan elders.
Ouderenhuisvesting in de Be n t ve I d s h o e k
Lange tijd kreeg de huisvesting van bejaarden nauwelijks aan
dacht van de woningbouwverenigingen. Daarom liet de ge
meente door de Overveense architect K.J. Aanstoot in 1952
zeventien bejaarden woningen ontwerpen - op een stuk
grond van de voormalige gemeentelijke kwekerij achter de
Yeldlaan in Aerdenhout. Zij werden in de woningwetsector
gerealiseerd en waren dus vrij sober uitgevoerd. Om de
bouwkosten zoveel mogelijk te drukken, waren op aandrang
van de directie van de Wederopbouw en de Volkshuisvesting
in Noord-Holland op het allerlaatste moment in het bestek
nog enkele veranderingen aangebracht. Naast de gebruikelij
ke indeling van een woon- en slaapkamer, keuken, w.c. en
ingebouwde bergruimte met kolenberging werden enkele
moderne voorzieningen zoals een lavet en een gasgeiser aan
gebracht.
Maar ook de behoefte om ouderen in rusthuizen op te kun
nen nemen was groot. Reeds in 1953 bereikte de raad een
schrijven waarin de Nederlands hervormde diaconie toestem
ming vroeg voor de bouw van een rust- en verzorgingstehuis
voor ouden van dagen op het landgoed De Rijp.
Christelijke Woningbouwvereniging,
St. Benedictus en Bloemendaal
De verkaveling van buitenplaatsen werd in de jaren vijftig
opnieuw aan de orde gesteld.
De 'Christelijke Nationale Werkmansbond, afdeling Bloe
mendaal' wenste na de oorlog niet terug te moeten vallen
op financiële bijstand van vermogende Bloemendaalse inge
zetenen en transformeerde zich door wijziging van de statu
ten in 1950 tot een woningbouwvereniging in de zin van
de woningwet. Net als voor de oorlog, in 1937, beschikte
men in 1950 over een bestand van dertig woningen; op de
wachtlijst stonden zo'n zeventig gegadigden.
In 1953 diende deze vereniging een verzoek in tot woning
bouw op het landgoed Wildhoef. Maar het bouwen hier, in
afwijking van het uitbreidingsplan, bleek niet mogelijk. Wel
verkreeg men, in 1956, toestemming voor de bouw van
veertien gestapelde tweelaagse portiekwoningen aan de over
zijde van de Donkerelaan, naar ontwerp van Van Asdonk.
In Bloemendaal zelf, waar de woningnood het hoogst was,
werd nog altijd onderhandeld om de aangewezen bouwter
reinen in de Schapenduinen van de stichting 'De Goede
Herder' in eigendom te verwerven - onteigening zou daar
bij niet langer worden geschuwd. Een bebouwing van het
terrein tegenover het Provinciaal Ziekenhuis leek vanuit
"stedenbouwkundig oogpunt" nog steeds niet verantwoord.
De prijs van particuliere bouwgrond was in een gemeente
als Bloemendaal dermate hoog dat de bouw van woning
wetwoningen onmogelijk was.
Een voorstel in 1955 voor 24 woningwetwoningen, door
St. Benedictus en de Christelijke Woningbouwvereniging
gezamenlijk te bouwen, op gemeentegrond aan de Dr. J.
van Deventerlaan en de Noordlaan (sedert 1959: C. Schulz-
'Bentveldshoek', zeventien bejaardenwoningen gelegen achter de Veldlaan.
In 1953 gebouwd in opdracht van de gemeente.
Ons Bloemendaal, 25e jaargang, nummer 3, herfst 2001
33