In de tweede planfase moesten de geplande villa's plaatsma
ken voor kleine middenstandswoningen - in rijtjes aan el
kaar gebouwd.
Een project van de in 1954 opgerichte Aerdenhoutse corpo
ratie kon in deze nieuwe wijk natuurlijk niet ontbreken. Het
omvatte 22 woningen aan de Generaal Spoorlaan en Gene
raal Winkelmanlaan. Met de later uitgevoerde premiewo-
ningbouw hoopte de gemeente een zo groot mogelijk door
stromingseffect te bereiken.
In de naastgelegen Bentveldshoek zou de nieuwe woning
bouwvereniging Aerdenhout in 1957 alle 47 woningwet
woningen van woningbouwvereniging Bloemendaal over
nemen.
Onderhoud
De corporaties werden geconfronteerd met het probleem
financiële middelen te vinden voor het door de oorlog uit
gestelde onderhoudswerk. Het door de regering in 1949 in
gestelde fonds was in de loop van 1951 alweer opgeheven
en geliquideerd. Resteerde als mogelijkheid een soortgelijk
gemeentelijk fonds dat conform ministeriële richtlijnen, bij
raadsbesluit van 17 februari 1949 was opgericht. Zowel de
woningbouwvereniging Aerdenhout als Bloemendaal-
Noord deden hierop een beroep.
In de nieuwbouw van woningbouwvereniging Aerdenhout,
in het Bovenwegkwartier, werden in 1957 voor het eerst
geisers geplaatst, tegen een huur van 65 cent per week.
Twee jaar later volgde de introductie van douchecellen.
Verkoop van woningwetwoningen
In het kader van de bevordering door de rijksoverheid van
het eigen woningbezit deed de Bloemendaalse raad in maart
1958 een beginseluitspraak over de mogelijke verkoop van
gemeentewoningen aan de huurders. Een jaar later stelde
men de richtlijnen voor de verkoop vast, onder meer gold
hierbij een anti-speculatiebeding.
Sommige raadsleden zagen het niet als een gemeentelijke
taak om een kleine driehonderd woningen te exploiteren.
Een volkshuisvestingsdeskundige als Schulz voelde er echter
weinig voor om gemeenschapsbezit over te dragen aan par
ticulieren. Desalniettemin werden er vanaf 1959 met enige
regelmaat, weliswaar zeer beperkte aantallen, woningen aan
huurders verkocht.
Ook werden toen de gemeentewoningen aan het Joan
Mauritsplein verkocht aan de N.V. Levensverzekering
Maatschappij De Nederlanden van 1870 te Amsterdam.
De jaren zestig
De jaren zestig staan in de geschiedenis van de Nederlandse
volkshuisvesting als 'de tijd van de massaproductie' bekend.
Er heerste nog altijd grote woningnood en daarom was nog
steeds een hoog bouwtempo geboden. Gemeenten dienden,
door het beschikbaar stellen van goedkope grond, woning-
wetbouw te stimuleren.
Terwijl in de rest van Nederland de oplossing van het huis-
vestingsvraagstuk, of liever gezegd massawoningbouw, nog
vooral in gestapelde woningbouw werd gezocht, liet de
praktijk in Bloemendaal een ander beeld zien. Zo koos de
gemeente in de naoorlogse woonwijk Veen Duin, voor
een ander type gestapelde bouw: de 'maisonnettewonin-
gen'. Daarbij kon men nog net profiteren van de enorme
impuls die de volkshuisvestingminister Bogaers in het kabi
net Marijnen gaf aan de bouw van sociale huurwoningen.
Overigens richtte ook de woningbouwvereniging Bloemen
daal-Noord zich hier op, zij het dat haar bouwactiviteiten
op dat moment Velsens grondgebied betroffen. Aan de
oostzijde van het spoor in Santpoort-Zuid realiseerde men
een aantal door de Velsense gemeentelijke dienst volkshuis
vesting ontworpen flats - met voor het eerst ook garages
onder de woningen.
Om het toegezegde bouwvolume veilig te stellen, moest
Bloemendaal wel tegemoetkomen aan de onverbiddelijke eis
van de gemeente Velsen dat de woningen uitsluitend aan
Velsenaren werden toegewezen. Omdat er meer Bloemen
daalse ingezetenen op de ledenlijst van Bloemendaal-Noord
waren ingeschreven, was dit een behoorlijke teleurstelling.
Het midden van de jaren zestig was voor de coöperaties
geen gemakkelijke periode. Zowel de aannemer van de bij
na vijftig flats in Santpoort-Zuid als die van de bouw van zes
ééngezinswoningen voor het PEN-personeel, raakten in fi
nanciële moeilijkheden. Het spreekt voor zich dat hierdoor
de voortgang van de bouw ernstig dreigde te worden ver
traagd.
Bogaers' nieuwe bouwbeleid om langs een planmatige aan
pak, met onder andere standaardisatie van materialen en
woningtypes, zoveel mogelijk rationeel te bouwen, resul
teerde in een kortstondige toename van de bouwproductie.
Geleidelijk werd ook steeds meer geïnvesteerd in de kwali
teit van bouwmaterialen en uitrustingsniveau. Zo werden in
dit decennium de woningen voorzien van douches en steeds
vaker ook van centrale verwarming.
In deze periode trokken mensen uit de stad om 'in het
groen' te gaan wonen. Ook nam het personeel van de ver
schillende provinciale bedrijven in aantallen toe.
Ons Bloemendaal, 25e jaargang, nummer 3, herfst 200 1
37