Interieur van de Bisschoppelijke Grafkelder bij de R.K. kerk te Overveen (GAB).
Overveen, R.K. begraafplaats
Gelegen bij de R.K. Kerk van O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen,
Korte Zijlweg 7
Heel vroeger kerkten de Overveense katholieken in de
Quirinuskapel en later, tegen het einde van de 1 7e eeuw, in
een schuilkerk die betrekkelijk onopvallend achter de oude
pastorie was gebouwd. Deze pastorie lag toen dicht bij de
Korte Zijlweg, ongeveer waar nu de parkeerplaats is.
Vlak bij deze kerk wist men, zo blijkt uit het overzicht van
de heer Henk Mandjes, al in 1849 een perceel grond aan te
kopen voor de aanleg van een kerkhof. Men realisere zich
het belang hiervan, want tot dan toe beschikten de katholie
ken nauwelijks over eigen kerkhoven. Zij werden
veelal begraven, ook de geestelijken onder hen,
op een algemene begraafplaats, zoals die van
Overveen.
Henk Mandjes verduidelijkt hoe de aanleg tot
stand kon komen aan de hand van citaten uit het
door L. ten Brink, de latere pastoor van deze
parochie, bijgehouden Memoriaal: 'De tijdelijke
voorspoed der gemeente was in de laatste tijden,
bijzonder de bloembollenteelt en handel, buiten
gewoon toegenomen, maar tegelijkertijd zou de
offerwilligheid der katholieken van Overveen een
hooge viugt nemen. Den 10 February 1849 kon
pastoor Keil aan den Aartspriester namens het
Kerkbestuur berigten, dat een terrein, naast de
kerk gelegen, groot 200 Rijnlandsche roeden, was
aangekocht voor de som van 2000,-en voor bij
eengezameld uit liefdegiften, en voor uit de kerkekas alsme
de dat in de gemeente het denkbeeld levendig werd om de
bestaande kerk te vergrooten of liever een geheel nieuwe te
bouwen. Vanwege dit laatste geschiedde de aanleg van de
begraafplaats met nauwkeurige inachtneming eener ge-
wenschte plaatsruimte voor den bouw eener toekomstige
nieuwe kerk'. Die kerk zou er inderdaad komen, naar ont
werp van Theo Molkenboer, in 1856.
De begraafplaats, waarvoor de parochianen veel hand- en
spandiensten gratis verrichtten, kon in 1851 worden inge
zegend en in gebruik genomen. Het voorste deel van het
huidige kerkhof, bij de ingang, stamt uit 1851. Het achter
ste, wat hoger gelegen
deel is, zoals Mandjes
vermeldt, van latere da
tum: 1949/1950. In de
nieuwe voorschriften zijn
de milieu-eisen aange
scherpt en in verband
met de grondwaterstand
is alleen in het hoge ge
deelte nog plaats voor
drie bijzettingen per graf;
in het lage gedeelte zijn
dat er twee.
Van de door Mandjes in
zijn artikel genoemde bij
zonderheden, vermelden
we er hier enkele. Aan de
namen en jaartallen op de
grafstenen is te zien dat
het een heel oud kerkhof
16
Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 3, herfst 2002