oud, de duinen zijn opgeworpen vóór onze jaartelling, de bomen stammen uit tijden die teruggaan naar het para dijs. Wie heeft dit woonoord eens de lieflijke naam 'Bloe- mendaal' gegeven? Hoe zijn er de sparren en de duinen gekomen, de glooiende wegen, de smeedijzeren hekken, het kleine kapelletje? Wie heeft kerstavond uitgevonden? Het vloeit van de hellingen der tijden naar het dal van het heden en in dat dal komen op een zeker uur duizenden mensen en 'n dode samen. Op kerstavond 1971, in een jaar dat ruimteschepen naar de maan en Mars en Venus gaan. Gezegend, donker Bloemendaal en uw oude kerk hof, uw oude kapel, uw oude grafstenen en bomen daar boven". Met dank aan 'En nu maar lopen' van het Godfried Bomans Genootschap, Freek van Leeuwen en het Haarlems Dagblad, Jos Lodewijks. Erebegraafplaats Zeeweg 26 De Erebegraafplaats dient als laatste rustplaats voor bijna 375 van de 422 verzetsmensen uit de Tweede Wereld oorlog wier lichamen werden aangetroffen op een ze vental vindplaatsen in de Kennemerduinen, onder hen de bekende verzetsstrijders Hannie Schaft (Het meisje met het rode haar) en Gerrit Jan van der Veen. Een eer ste herbegrafenis vond plaats in november 1945 op gebied dat toen eigendom was van de Erven Van der Vliet. Deze droegen in 1949 het 6 hectare grote terrein om niet over aan de Stichting Erebegraafplaats in Bloe mendaal, die de opdracht tot het ontwerpen van deze erebegraafplaats verleende aan de Overveense architect G.H.M. Holt en de Amsterdamse A. Komter (1904- 1982), beiden te rekenen tot de moderne stroming in de architectuur. Kenmerkend voor hun ontwerp is de vlakke platte grond, zich karakteristiek aftekenend in het geaccidenteerde duingebied. De gebruikte Maulbronner zandsteen (aanvan kelijk bestemd voor een uitbreiding van het Kröller-Müller Museum op de Hoge Veluwe) harmonieert goed met de De luidklok van de Erebegraafplaats te Overveen. Overzicht van de Erebegraafplaats aan de Zeeweg te Overveen. Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 3, merest 2002 29

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2002 | | pagina 29