Eentge Qigemeeoe
kennlagèvtng,
lieden orerlced.to Sant
poort, onte «liefde Moe
der, Behawdv Qrooi- en
Overgrootmoeder,
TRIJNTJE BREHER-—HARTOi,
Id den ouderdom tan 78
jaar.
Du> Helder, 18 Febr. 1881.
Namena de Familie
BREMER,
33
Herinnering van de heer A. Jonker (1912) over de begraaf
plaatsen op Meerenberg:
"Onze patiënten werden in klassen verpleegd. Er was onder
meer een damesafdeling en een herenafdeling. De overleden
patiënten werden in klassen op het ziekenhuisterrein zelf be
graven. Dat terrein aan de Brederodelaan, bij de portiersloge,
was oorspronkelijk veel kleiner en is door de vele aankopen
door de jaren heen groter geworden. De begraafplaats die de
naam "Rust na Onrust" kreeg, was op de plek waar ooit de
buitenplaats van Matthijs van Valckenburg heeft gestaan.
Op het PZ-terrein was een protestants algemeen gedeelte, een
katholiek gedeelte en een joods gedeelte. Het joodse gedeelte
ligt nu nog aan de Bergweg. Na de Tweede Wereldoorlog
bleken daar verschillende graven te zijn vernield en dat heb
ben we toen zo goed mogelijk hersteld. Maar het ligt er nog
steeds en is met enige moeite vanaf de Bergweg te zien
De R.K. begraafplaats van Meerenberg en ook de R.K. kapel
behoorden oorspronkelijk tot de parochie Overveen. Dus de
kapelaan van de Overveense parochie leidde toen de dien
sten. Later viel het onder de parochie Bloemendaal. De R.K.
begraafplaats met heuvel op het PZ-terrein, bij de huidige
hockeyvelden, werd in 1936 opgeheven in verband met de
bouw van het zusterhuis door aannemersbedrijf Evers te
Bloemendaal. Het restant van de graven werd overgebracht
naar de Algemene Begraafplaats van het PZ aan de Bredero
delaan. Dus daar was toen een katholieke en een protestant
se/algemene begraafplaats. Het inwonend personeel werd
hier trouwens in de beginfase van Meerenberg ook begraven.
Op verzoek van het gemeentebestuur hebben we later de
grafstenen van de begraafplaats, die schots en scheef door
elkaar stonden, plat gelegd en er eenvoudige beplanting tus
sen aangebracht waardoor het een netter aanzicht bood van
af de Brederodelaan.
Op de Algemene Begraafplaats van het PZ werd in klassen
begraven. De graven van de eerste en tweede klas, evenals
die van de slachtoffers van de Spaanse griep die in 1918 uit
brak, moesten in de jaren vijftig gedeeltelijk worden ge
ruimd wegens plannen betreffende een extra ingang.
De allereerste patiënten die in 1849 kwamen te overlijden
liggen overigens begraven bij de Ned. Hervormde kerk in
Bloemendaal.
Ik heb nog meegemaakt dat de tuindienst belast was met het
begraven van de overleden patiënten. Dat gold niet alleen in
Santpoort maar ook in Bakkum. Daar was ik ook bij betrok
ken. De tuinbaas was verplicht om de leiding bij de begrafe
nissen te nemen, maar omdat dat baantje bij geen van allen
favoriet was, schoof de tuinbaas het rap door aan de tuin
knecht. En dat was ik. Als zodanig werd ik belast met de
begrafenis van de overleden patiënten. Ik moest de familie
ontvangen, ik moest de overleden patiënt laten zien en ik
weer een aan
tal jaren voor
de begrafe
nissen zorgen.
Toen ik be
vorderd werd
door de direc
tie heb ik die
taak mogen
doorgeven
aan een an- 9rfl^vtm Trijntje Hartog, die nog begraven is door
de heer Jonker. Vijftig jaar later kon de familie, na een
jarenlange zoektocht naar de laatste rustplaats van hun
(over-groot)moeder, alsnog de bijbehorende kennis-
JOAN JAIINIC geving publiceren. (Foto's; Museum Meerenberg,
Piet van Twuijver.)
moest zorgen dat de kist gesloten werd.
De stoet begon vanaf het lijkenhuisje. Vroeger was dat gun
stig gebouwd vlak naast de katholieke begraafplaats. Maar
later moest de stoet dwars door het hele park over het brug
getje bij het meertje. Met de kapelaan ervoor en met de mis
dienaren met wijwater en wierookbak. En dat allemaal in
een bepaald tempo. Dat was dus een hele reis!
Op de begraafplaats zelf zakte de kist oorspronkelijk met
touwen en later met een apparaat de diepte in. En daarna
moest ik de familie weer naar de uitgang brengen. Dat heb
ik tot 1947 gedaan.
Het kwam trouwens ook wel voor dat de familie zich
schaamde dat 'een van hen' begraven lag op het terrein van
een Psychiatrisch Ziekenhuis. Dan werd de kist opgegraven
(door mij) en herbegraven in Amsterdam of waar dan ook.
Het prijskaartje voor deze extra handeling hing dan trou
wens wel bij die familie.
Toen ik overgeplaatst werd naar Bakkum en daar als tuinbaas
moest fungeren, wilde ik wel eens van dat baantje af. Dus
zei ik dat ze geen passende hoge hoed voor me hadden. Dat
was ook zo, want in
Santpoort hadden ze
een speciale hoge
hoed voor me moe
ten laten maken,
want ik had schijn
baar nogal een groot
hoofd. Maar ja, toen
hebben ze die hoge
hoed uit Santpoort
naar Bakkum ge
stuurd, dus
toen kon Jon
ker in Bak
kum ook
Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 3, herfst 2002