Doodwegen en kerkpaden
In vroeger eeuwen waren veel wegen slechts paden en van verharding of
bestrating was nog maar zelden sprake. De namen waaronder wegen en
paden bekend waren, zijn veelal ontstaan in de volksmond. De aanwo-
ners, dat wil zeggen de mensen die aan de weg woonden, bedachten in
vele gevallen zelf een naam. Dat was dan soms de naam van een aan-
wonende eigenaar. Het onderhoud van de weg kwam dan meestal voor
zijn rekening. Hij kon dan bepalen wie van die weg gebruik mocht
maken. De naam had soms betrekking op het doel van de weg, dus
waarvoor de weg gebruikt werd. Zo zal ook de naam Doodweg zijn
ontstaan, dat wil zeggen de weg waarover de doden naar hun laatste
rustplaats vervoerd werden. Ook de naam Kerkpad, een (voet)pad dat
gebruikt wordt om langs de kortste weg een kerk te bereiken, zal in
vroeger tijden in de volksmond zijn ontstaan.
Het Provinciaal bestuur van Noord Holland besloot eind
negentiende eeuw enige orde te scheppen in de naamge
ving van wegen en paden. Op grond van het Reglement op
de Wegen in Noord Holland, dat in 1893 tot stand kwam,
kregen de gemeentebesturen de opdracht "Een Ligger (een
openbaar register) der Wegen en Voetpaden" op te maken.
Voor elke weg in de gemeente moest een naam worden
vastgelegd met daarbij een uitgebreide beschrijving van de
weg; dus lengte, breedte, eventuele verharding of bestra
ting, enz.. Had de weg op het moment van de beschrijving
nog geen naam, dan moest er een worden bedacht.
De gemeenten kregen ruim de tijd om de gevraagde gege
vens te verzamelen en in de Ligger te verwerken.
Bloemendaal haastte zich niet bij het voldoen aan die op
dracht. Pas in 1908 werden de gegevens bij de provincie
ingediend. Het gemeentebestuur had wel reeds in 1 894 be
sloten tot naamgeving aan een aantal wegen en lanen in de
vier dorpen van de gemeente. In geval van dubbele bena
ming, dat zich soms ook voordeed, werd de meest voor de
hand liggende gekozen.
Vogelenzang
In dit dorp kennen we de (Tweede) Doodweg, lopend van
de Margrietenlaan bij de Zilkerweg tot de buitenplaats Tey-
lingerbosch aan het eind van de Bekslaan. Deze naam werd
door het gemeentebestuur op 22 november 1894 officieel
vastgesteld. De weg is thans anderhalve kilometer lang. De
toevoeging Tweede achtte men nodig ter onderscheiding
van de Doodweg in Aerdenhout. De Doodweg was een zo
genoemde Buerweg, dat wil zeggen een weg die gezamen
lijk eigendom was van de aanwonenden. Op oude kaarten
zien we de Doodweg in Vogelenzang nog als Doodweg aan
geduid, dus zonder toevoeging Tweede, waartoe in 1894
besloten werd.
In het verre verleden sloten in de vier dorpen van Bloemen
daal de doodwegen op elkaar aan. Voor 1820 werden de
rooms-katholieke doden vanuit De Zilk en Vogelenzang en
zelfs uit het buurtschap De Tol in Hillegom over deze lange
van zuid naar noord lo
pende weg vervoerd naar
de oude begraafplaats in
Overveen. In Vogelen
zang en Bennebroek was
toen nog geen R.K. be
graafplaats. In 1916 is de
oude begraafplaats in
Overveen gesloten (in
1947 geruimd). Thans is
op die. plaats het parkeer
terrein van Hotel-restau
rant Roozendaal.
Aerdenhout
Toen Aerdenhout na
1900 tot ontwikkeling
kwam is de naam Dood
weg aldaar langzaam aan
in onbruik geraakt. Het
gemeentebestuur van
Bloemendaal besloot in
Van Vollenhovenlaan, voorheen Doodweg. Foto uit 1917, genomen vanaf de Boekenroodevveg (GAB).
34
Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 3, herfst 2002