Het IV1 et a h e r h u i sj e Het metaher- of metaarhuisje is een aula waar tijdens een begrafenis bij de kist de treurrede wordt uitge sproken. De naam verwijst naar de tehare, de rituele reiniging van de overledene, die vroeger werkelijk in het metaherhuis plaatsvond. Het ontkleden, het wassen en het aan kleden van de overledene onder witte lakens wordt gedaan door vrijwilligers die volgens eeuwenou de traditie de chevre vormen, het begrafeniscollege voor mannen en voor vrouwen. Als het lichaam ver zorgd is, wordt er een bepaalde hoeveelheid water over het lichaam uitgestort. Dit uitstorten heet de eigenlijke tehare. Hierna is het lichaam rein. Het wordt in eenvou dige witte kleding gestoken en in een ruw houten kist gelegd, zonder enig beslag. Dit om uit te drukken dat er in de dood geen onderscheid moet bestaan tussen rijk en arm. De pomp Een pomp is noodzakelijk om bij het verlaten van de begraafplaats de handen te wassen. Daarbij worden teksten gesproken uit Deuterono- mium 21 Groen In het kader van de eenvoud wordt een graf volgens joodse traditie niet gesierd met bloemen. Bloemen worden ook gevoeld als afgesneden leven. Men treft er soms een steentje aan, ten teken dat een familielid een bezoek aan het graf heeft gebracht. Bomen of andere beplanting wor den niet aangemoedigd. De begraafplaats in Overveen, waar vele zaailingen spontaan tot bomen zijn uitgegroeid, is dus een uitzondering. Wel geeft het aan dat, droevig genoeg, deze begraafplaats sinds 1945 niet meer door nakomelingen bezocht of onderhouden kan worden. De Joodse Begraafplaats aan de Tetterodeweg te Overveen (1796). Het toegangshek, ontworpen en ver vaardigd op Publieke Werken te Overveen, is aangeboden aan de Ned. Isr. Hoofdsynagoge te Amsterdam op 24 mei 1982. Opname 1987-1988 (GAB). Geraadpleegde bronnen - Rabbijn L.B. van de Kamp, Matsewa Het einde van het begin. Traditioneel-joodse gebruiken bij overlijden en begraven. - Reglement grafmonumenten op de begraafplaatsen van de Nederlands- Israëlitische Hoofdsynagoge (NIHS) te Amsterdam. - Jaap Meijer en Jet Slagter, Versteend Verleden, de Joodse begraafplaats te Overveen, De Vrieseborch, Haarlem 1983. J. Patijn en J. Slagter, namens de Stichting tot Instandhouding van de Joodse Begraafplaats te Overveen wn ar- yrrji Ons Bloemendaal, 26e jaargang, nummer 3, herfst 2002 7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Ons Bloemendaal | 2002 | | pagina 7