Hofstede Sparrenheuvel
Op de zojuist geschetste ontwikkeling
vormt Sparrenheuvel, en haar voorloper
'Patna', geen uitzondering. Het buiten
ontstond op een blekerij ten zuiden van de
'Heusses Yaert' - de tamelijk brede verbin
ding die in een ver verleden het haventje
bij café 't Hemeltje met de Delft verbond.
De eenvoudige blekerswoning werd gelei
delijk tot een hofstede getransformeerd.
Na 1712, het jaar waarin een akte deze
hofstede voor het eerst vermeldde, veran
derde Sparrenheuvel herhaaldelijk van
eigenaar. Het waren, blijkens de naspeu
ringen van Apon, veelal Amsterdamse of
Haarlemse kooplieden die het als zomer
verblijf gebruikten. Vaak spanden ze zich
in om hun bezit te verfraaien. Zo kreeg
Sparrenheuvel omstreeks 182S van zijn
eigenaar W.H. Backer een witte neoclassi
cistische voorgevel met twee zuilen, ont
worpen door de Haarlemse landschapsar
chitect J.D. Zocher jr.. Deze bracht ook
veranderingen aan in het park, door er slin
gerende paden, een vijver en een rozentuin
aan te leggen en een oranjerie te bouwen.
Het voormalige koetshuis anno 2003.
Inzet: de voorkant gezien vanaf de
Verbindingsweg.
Familie Bispinck
Ewald Bispinck (1817-1895)in Duitsland geboren, vestig
de zich in 1836 in Amsterdam. In 1848 huwde hij Anastasia
Kundert, de dochter van een Zwitserse handelaar in garens,
die zich eveneens in Amsterdam had gevestigd. Ewald Bis
pinck werd aldus medefirmant in hun gezamenlijke groot
handel 'Bispinck Kundert'. De zaak lag aan de Kalverstraat
en zelf woonde men er dichtbij aan het Rokin. Het echtpaar
kreeg vijf kinderen: Digna Maria, Augusta, Constantin, Jo
hanna en Ignatius.
In 1868 kocht Ewald Sparrenheuvel, aanvankelijk als zomer
verblijf, maar vanaf 1890 als definitieve huisvesting, omdat
het vanwege de gezondheid van zijn vrouw wenselijk was
uit Amsterdam te vertrekken. Bovendien was Ewald zeer
verknocht geraakt aan het buitenleven in Bloemendaal.
De Garenklos
Het ging de firma Bispinck Kundert voor de wind en zij
genoot een uitstekende reputatie op het gebied van breiwol,
borduurzijde en haak- en naaigarens. Geleidelijk rijpte een
plan om het verven, bleken en winden van garens maar zelf
ter hand te nemen. In 187S werd daartoe een stoomgaren-
fabriek gebouwd, in de volksmond 'de Garenklos'
genoemd, aan de Korte Kleverlaan - in de zuid-westhoek
van Sparrenheuvel.
Toen hun vader overleed kwamen beide zoons in de direc
tie van de firma. Constantin was meer gericht op de admini
stratieve kanten en Ignatius meer op de techniek. Ignatius
was overigens heel veelzijdig: muzikaal, geïnteresseerd in
de fotografie, maar ook in het wel en wee van het rooms-
katholieke bevolkingsdeel. Ook was hij vele jaren lang
raadslid en enige tijd wethouder.
Na een twintigtal succesvolle jaren viel er niet meer op te
boksen tegen de moordende Engelse concurrentie die aan
merkelijk lagere prijzen voor dezelfde producten berekende.
Omstreeks 1895 verkocht men het fabriekscomplex aan de
N.V. Eerste Nederlandsche Electriciteits Maatschappij
(ENEM) die in Noord-Holland huis- en straatverlichting
ging brengen waarmee Bloemendaal een primeur had.
Riante buitenplaats
Toen Bispinck Sparrenheuvel aankocht, stond er aan de
Bloemendaalse weg tegenover Sparrenheuvel een rij op el
kaar aansluitende panden (de Voorbuurt), maar voor het
overige domineerden hier de buitenplaatsen. De Beek in het
Ons Bloemendaal, 27e jaargang, nummer 2, zomer 2003
11